Geschreven door : De Tijd - Categorieën : In de pers

Van genegeerde kunst tot Negende Kunst

Het is ver gekomen met het stripverhaal. Bij Bozar in Brussel loopt sinds vorige week een tentoonstelling over strips: de eerste in 's lands meest vooraanstaande cultuurtempel over de negende kunst. `Sexties' zet vier auteurs in de schijnwerpers. De vorig jaar overleden Guy Peellaert is een van hen. Door de erotische kracht was zijn werk bepalend voor het stripverhaal in de jaren 60.
Wat meer is: Bozar is niet het eerste museum in België dat het beeldverhaal ernstig neemt. Dit voorjaar kregen Hiëronymus Bosch, Pieter Bruegel de Oude en James Ensor in de verderop gelegen Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België tijdelijk het gezelschap van Jef Nys, FranÇois Schuiten en Hugo Pratt. Ook al een primeur. In dezelfde periode exposeerde Dick Matena in het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen.
Het is ooit anders geweest. De Amerikaanse psychiater Frederic Wertham publiceerde in 1954 zijn geruchtmakende en invloedrijke boek 'Seduction of the Innocent. The influence of comic books on today's youth'. Wertham beschouwde stripverhalen als gif voor de jeugd en waarschuwde zelfs dat strips lezen agressiviteit in de hand kon werken. In Europa is de sfeer rond strips altijd minder vijandig geweest. Toch heeft het genre ook in onze contreien een lange weg afgelegd - ondanks de planetaire roem van Kuifje. Albums van de blonde persmuskiet van Hergé werden aan de KULeuven tot diep in de jaren 70 ten stelligste ontraden als studiemateriaal.

Leesluidheid

Ook Van Dale doet weinig moeite om te verhullen wat het woordenboek stiekem denkt van de negende kunst. Wie de betekenis van het woord 'leesluiheid' opzoekt, krijgt voorgeschoteld: 'gebrek aan motivatie tot lezen van moeilijkere teksten (dan strips bv.)'.
Wie of wat heeft de ommezwaai ingeluid? Maurice De Bever, de geestelijke vader van Lucky Luke die het stripverhaal als eerste de negende kunst noemde? 'Hij is natuurlijk erg belangrijk geweest', zegt Willem De Graeve, directeur van het Belgisch Stripmuseum. 'Maar vergeet zeker ook Guy Dessicy niet. Hij werkte als inkleurder voor Hergé. In de jaren 70 speelde Dessicy al met het idee een museum rond Hergé op te richten, maar dat zag de geestelijke vader van Kuifje niet zitten. Het pionierswerk van Dessicy om het stripverhaal als kunstvorm op te waarderen leidde uiteindelijk tot de oprichting van de vereniging Belgisch Stripcentrum, met mensen als François Schuiten en Hec Leemans (de tekenaar van FC De Kampioenen en Bakelandt, red.).'
Guy Dessicy was in 1989 een van de stichters van het Belgisch Stripmuseum in Brussel, dat jaarlijks 200.000 mensen over de vloer krijgt en deze week zijn twintigste verjaardag viert. De missie van het gesubsidieerde Stripmuseum, het stripverhaal promoten als een cultureel waardevol medium, heeft er zeker toe bijgedragen dat grote algemene musea vandaag stripexpo's houden.
En de overheid volgt. David Steenhuyse, hoofdredacteur van De Stripspeciaal-Zaak: 'Er zijn meer subsidies, met dank aan de terugkeer van Strip Turnhout. De integratie van de Bronzen Adhemar in de Vlaamse cultuurprijzen kon tellen als signaal van de Vlaamse overheid dat het haar menens is met het beeldverhaal als volwaardige kunstvorm' Dat 2009 het jaar van het stripverhaal kon worden in Brussel is volgens Steenhuyse de verdienste van burgemeester Freddy Thielemans, een groot stripfanaat. Volgens Stripmuseum-baas Willem De Graeve was de opening van het Neromuseum afgelopen juni, met subsidies van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het ultieme bewijs dat de overheden bij ons eindelijk de erfgoedwaarde van strips inzien.
Een andere verklaring voor de opwaardering van de negende kunst is de opmars van de graphic novel of beeldroman, met een echte doorbraak bij een belezen volwassenenpubliek na de millenniumwende. `De graphic novel heeft de status van de strip als kunstvorm zonder twijfel gerevaloriseerd', zegt David Steenhuyse.

Volwaardig

Heel wat graphic novels liggen onder contract bij ernstige uitgeverijen. Jacques Tardi geeft zijn werk uit bij de Franse literatuuruitgever Gallimard. Verhalen als `Jimmy Corrigan' van Chris Ware worden in de Verenigde Staten als een volwaardig kunstwerk beschouwd, zowel om hun grafische als verhalende kwaliteit. Striptekenaar Marc Legendre stond in 2008 zelfs op de shortlist voor de Libris Literatuur Prijs.
Bijgevolg brengen strips tegenwoordig veel geld op in veilingzaken. Voorlopig zijn het wel nog steeds de populaire strips die de kassa doen rinkelen. Een koffer met tien zeefdrukken van Kuifje ging afgelopen zondag in Brussel bij een openbare verkoop van de hand voor 25.000 euro. In totaal bracht die veiling ongeveer 225.000 euro op. Een Suske & Wiske-veiling in Antwerpen bracht eerder dit jaar ook al 200.000 euro op. In de Verenigde Staten is een exemplaar van het eerste album van `Superman' geveild voor een slordige 230.000 euro.

Stripverkoop daalt lichtjes

Vreemd genoeg leidt de economische en culturele promotie van strips niet tot een meerverkoop in de winkels. Recente cijfers van Boek.be, de vereniging van Vlaamse uitgevers, importeurs en verkopers van boeken, wijzen op een algemene daling van de stripverkoop. Stripboeken waren in de eerste zes maanden van 2009 goed voor een aandeel van 11,1 procent in de totale boekenverkoop, 1,6 procentpunt minder dan in dezelfde periode vorig jaar.

Jonge allochtonen
De verkoop van graphic novels gaat achteruit, maar bij algemene strips en strips voor kinderen is de daling het grootst. De sterke terugval van de populaire strip is mogelijk het gevolg van demografische evoluties, stelt Jef Maes van het kenniscentrum van Boek.be. 'De markt van geïnteresseerde jongeren krimpt omdat jonge allochtonen weinig tot geen culturele voeling hebben met typisch Vlaamse titels als 'Suske & Wiske' en 'Jommeke'.'
De lichte daling bij beeldromans is dan weer vertekend omdat veel uitgeverijen de graphic novel als een literaire roman beschouwen en die als dusdanig opnemen in de cijfers. 'Wat opnieuw wijst op een opwaardering van het stripverhaal als kunstvorm', besluit Maes.