Geschreven door : Wouter Adriaensen - Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

Touren van Marc Sleen, de

Touren van Marc Sleen, de

Salontafelrondeboek

Een rechtstreeks ritverslag op televisie, radio en internet, samenvattingen in de journaals en online, een dagelijkse talkshow,... Zelfs wie er geen zin in had, kon de afgelopen drie weken amper ontsnappen aan de Tour de France, de bekendste wielerwedstrijd ter wereld. Het is dan ook moeilijk voor te stellen dat veel mensen, toen de televisie amper bestond en de radioverslaggeving nog met groeipijnen kampte, jarenlang het verloop van de Ronde volgden via de cartoons van Nero-tekenaar Marc Sleen. Die verschenen van 1947 tot 1964 in de krant De Nieuwe Gids en opvolger Het Volk, waarna Sleen naar De Standaard verhuisde en de Tour-reeks stopgezet werd. Uit achttien jaargangen selecteerde en becommentarieerde Frederik Backelandt, hoofdredacteur van fietsblad Grinta!, de meest iconische wielerstroken.

De eerste drie Rondes na de Tweede Wereldoorlog volgde Sleen ter plaatse. Wegens bepaald niet simpel om te tekenen op de achterbank van een over Franse wegen hobbelende wagen zat Sleen nadien aan zijn radiotoestel gekluisterd om de wielerwedervarens neer te pennen. Achttien jaar de Ronde van Frankrijk maal een twintigtal ritten per Tour maakt een oogst van ongeveer 350 stroken. Een deel ervan werd 25 jaar geleden al eens uitgebracht door Het Volk onder de titel De Grote Rondes van Marc Sleen. Voor De Touren van Marc Sleen werd gekozen voor een salontafelversie, met een mooie cover, liggend formaat, leeslint en aangenaam aanvoelend papier. Voor elk Tourjaar geeft expert Backelandt een korte samenvatting van de heroïsche strijd om dag- en eindzeges, een prachtige historische foto en vijf stroken, telkens voorzien van opmerkingen.

De gekozen stripstroken maken duidelijk dat sportliefhebber Sleen de perfecte man was om de Tourexploten te illustreren. Hij botviert met veel plezier zijn talent als karikaturist op "echt lelijke mannen zoals Pierre Brambilla of René Vietto", op jongens van bij ons zoals Briek Schotte en Rik Van Looy, op beroemdheden zoals Jacques Anquetil en Gino Bartali. Daarnaast vindt hij een mooie balans tussen het in beeld brengen van de heroïek, de tragedie en de euforie van de Tour en het toevoegen van een humoristische noot, in zijn karikaturen, in de decors of via zijn kenmerkende woordspelingen.

Wie dit boek doorbladert (in één ruk uitlezen is allicht enkel weggelegd voor de diehard wieler- en Sleen-fans), moet er wel aan denken dat deze stroken op achttien jaar tijd verschenen, met dan nog eens telkens elf maanden ertussen. Het weze Sleen, tijdens de jaren 1950 verantwoordelijk voor liefst vijf (!) regelmatig verschijnende stripreeksen, dan ook vergeven dat grappen al eens herhaald worden. Zo zagen we meer dan eens de Belgen letterlijk de kat uit de boom kijken of klimmers letterlijk de man met de hamer tegen het lijf fietsen.

Erg interessant zijn ook de intermezzi, waarin Frederik Backelandt aandacht besteedt aan de optredens van Nero en andere figuren uit Sleens bekendste reeks, aan zelfportretten van de tekenaar, aan het toen al actuele dopingspook, aan opvallende plaatsen en personen en aan de prestaties van de Belgen. Zijstapjes die zowel de Nero- als de wielerfans zullen appreciëren.

De Touren van Marc Sleen is een prachtig verzorgde uitgave geworden waarin een minder bekende bijdrage van een van de beroemdste Vlaamse stripauteurs voor het voetlicht wordt geplaatst. Dankzij de vormgeving is het bovendien ook te behappen voor wie niet alle Tourwinnaars van voor 1975 uit het blote hoofd kan opsommen.