Geschreven door : David Steenhuyse - Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

Smurfen - integraal - 2: 1967-1969 - 3: 1970-1974 - Smurfen - 37: De dappere draak

Smurfen - integraal - 2: 1967-1969 - 3: 1970-1974 - Smurfen - 37: De dappere draak

Eendrachtig en machtig

De Smurfen is een van die zeldzame spin-offs die de hoofdreeks (in dit geval Johan en Pirrewiet) heeft overtroffen, zelfs compleet heeft weggeblazen. Alle lof voor die andere middeleeuwse reeks van Peyo overigens. De uitgekiende leesbaarheid van Johan en Pirrewiet in tekst en tekeningen getuigt van een grenzeloze genialiteit die alleen naast Hergé kan staan. In De Smurfen kon weliswaar meer, van verhaaltjes over een verdrietig Smurfje dat dolgraag de wijde wereld wil verkennen (Een Andere Smurf dan de Anderen), maar leert beseffen dat thuis nog altijd best is, een andere Smurf die ervan droomt in de ruimte te reizen waarop een grootscheepse operatie begint om die Smurf zijn wens te laten uitkomen (De Ruimtesmurf) en een Smurf die er alles voor doet om als Grote Smurf te kunnen toveren (De Leerlingsmurf) over een door André Franquin ontworpen monsterlijk gedrocht van een vogel die het dorp van de Smurfen terroriseert en hen op de vlucht drijft (De Smurfen en de Krwakakrwa) tot maatschappijkritisch lachen met fascisme (De Smurführer), feminisme (De Smurfin) en het vastleggen van de Belgische taalgrens (Smurfe Koppen en Koppige Smurfen).

Het is dat laatste verhaal, in de derde integrale, dat we nog steeds zeer hoog inschatten. Het is politieke satire op zijn allerbest, begrijpbaar uitgelegd voor jong en oud. Het verschil in taalgebruik bij Smurfen die in het noorden of het zuiden van het Smurfendorp wonen, mondt uit in het vastleggen van een fysieke grens om de twee groepen in elkaars helft te houden. Dat ene huisje op de taalgrens (waarin je onze hoofdstad Brussel moet zien) bezorgt de bewoner een identiteitscrisis. De twist over eigenlijk niks escaleert zodanig dat Grote Smurf geen andere oplossing ziet dan aan te kloppen bij aartsvijand Gargamel zodat zijn Smurfen zich eendrachtig en machtig kunnen keren tot een gemeenschappelijke vijand. Moeten we er een tekeningetje bij maken? We dachten het niet, dat deed de studio van Peyo al voortreffelijk.

Die studio was een noodzakelijke beslissing om alle werk te kunnen bolwerken. Peyo had ook nog Johan en Pirrewiet, Steven Sterk, Poesie, Jakke en Silvester, diverse reclameopdrachten, geïllustreerde leesverhalen en heel wat meer op zijn bord. Dat het runnen van een studio en onderhandelen over contracten met het soms verre buitenland hem stress en andere kwalen opleverden, was een jammerlijke voorbode voor ernstige waarschuwingen en uiteindelijk zijn dood. De altijd weer knap geïllustreerde en informatieve dossiers staan stil bij de oprichtigng en uitbreiding van de studio. Het studiowerk is ook een verklaring voor de opvallend uiteenlopende tekenstijlen tussen de verschillende strips, met Marc Wasterlains penseellijn als meest herkenbare, maar ook meest afwijkende stijl. Vooral in de honderdtal gags die in de derde integrale zijn opgenomen, zijn de verschillen groot. Het waren de jaren dat Gos, André Benn, Roger Leloup en Daniel Desorgher de studio vervoegden. Die gags zijn meestal flauw en doen wat afbreuk aan de sterk uitgewerkte langere verhalen die zorgvuldig zijn opgebouwd, zeker de avonturen die ons in onze kindertijd zelf deden dromen dankzij de Ruimtesmurf, ons deden griezelen zoals de gemene Krwakakrwa of ons aan het denken brachten door het veellagige Smurfe Koppen en Koppige Smurfen.

Eenzelfde zorg herkennen we nog steeds in de albums die Peyo's opvolgers maken. De Dappere Draak is het nieuwste album in de reeks. Tekenaars Jeroen De Conick en Miguel Díaz waken al lang over de nu stabiele grafische kracht en standvastigheid terwijl Alain Jost en Thierry Culliford erin slagen maatschappijkritiek af te wisselen met meer rechttoe rechtaan avonturen zoals dit er een is. Fafnir, de vuurspuwende draak uit het Johan en Pirrewiet-album Het Onzalige Land, duikt op bij de Smurfen. Hem onderdak bieden, is geen optie. De blauwe dwergjes achterhalen dat Fafnir erop uit werd gestuurd door een opgesloten baron wiens neef de macht heeft overgenomen en de bevolking nu aan het uitpersen is. De helft van het album wordt er gedold met de draak en bevinden we ons tussen de mensen, die op Gargamel na niet bepaald vaak voorkomen in de albums.

De Dappere Draak is helaas geen uitschieter na een bovengemiddelde sliert albums waarin de variatie aan onderwerpen troef was. De knipogen naar hedendaagse situaties zien we niet alleen als een meerwaarde, maar ook als een slimmigheidje. Net dat ontbreekt nu. Met twee integrales voor ons met daarnaast het nieuwste losse album is het laatste ook wel letterlijk en figuurlijk een dun geval.

Over de integrales hebben we wel nog een paar technische commentaren. Sommige scans uit het weekblad Robbedoes (geïllustreerde leesverhalen en andere reproducties van authentiek materiaal) mochten in Photoshop nog eens extra onder handen genomen worden voor een scherper resultaat. Wij zouden ook budget hebben vrijgemaakt om àlle verhalen opnieuw te letteren met een uniform lettertype, desnoods met het niet onaardige digitale lettertype dat in de huidige albums wordt gebruikt. Nu is het een allegaartje aan handschriften en niet zo beste positioneringen in de tekstballonnen waarbij er veel te vaak inconsistentie optreedt. Dit is een smetje op wat effectief een ultieme uitgave van De Smurfen had kunnen zijn. Bovendien ontbreken een aantal microverhalen uit Robbedoes en Spirou waarvan we enkel de hertekende versies gebundeld krijgen. Voor een perfectionist als Peyo verlangen we nu eenmaal niets anders dan perfectie. En van een integrale verwachten we compleetheid.