Geschreven door : Wouter Porteman - Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

Sheid - 1: Valkuil in Mafate

Sheid - 1: Valkuil in Mafate

Over een schoenmaker en zijn leest

Ergens diep in het bezette Vuurland slagen de Talhua-opstandelingen erin om een burcht van Het Rijk te vernietigen. De hoofdstad Mafate staat in rep en roer. Dit kan de Hoge Raad allerminst tolereren. Nu is het oorlog. Onbewust van dit alles komt Sheïd aangezeild met zijn luchtschip. De voormalige legionair, die vandaag leeft van smokkel en andere duistere zaakjes, heeft een pakje mee voor Mhaus, een van de grote onderwereldfiguren van Mafate. De deal was niet slecht. Niet minder dan twintig Tales kreeg hij voor amper één afgehakt hoofd. Mhaus heeft nog een vet betaald klusje voor Sheïd. Als hij in de hoger gelegen wijken een oud mannetje ontvoert en die levend aflevert bij Mhaus, krijgt hij genoeg verdovende middelen om in zijn hoofd naar het andere eind van de wereld te kunnen vliegen. De smokkelaar is verkocht!

Philippe Pellet. Soms volstaat een naam om een strip te kopen. Zijn laatste De wouden van Opaal, het negende deel, werd al getekend in 2015 en sindsdien leek deze vakman totaal van de aarde verdwenen. Nu is hij verrassend terug. En hoe! De proloog van Sheïd is gewoon adembenemend. Paginabrede tekeningen, boordevol actie, en dit alles getekend in een detail waar onze bakkes gewoon van openvalt. Bovendien heeft de Fransman met inkleurster Tanja Wenish (De Artilleuses, Het meisje van de wereldexpo) een echte klasbak in huis gehaald. Haar Arabische aardetinten en diepblauwe Marrakesh-tinten brengen het wonderlijke Mafate tot leven. Het feit dat Pellet niet de meest begeesterende tekenaar van pratende hoofden is, valt in het niets bij de grafische pracht van dit album.

In normale omstandigheden waren we hier nu als een dolgedraaide misdienaar met het wierookvat aan het zwaaien, maar... er is helaas een maar. Philippe Pellet heeft zelf het scenario geschreven. Het is verre van slecht, maar o zo weinig verrassend, zowel qua personages, dialogen als plot. Het is wat Alim de Leerlooier, wat Thorgal, wat Ravian en wat veel basic Christophe Arleston. Erg is dit niet. Iedereen weet dat je beter goed steelt dan slecht uitvindt. Maar toch. Het is allemaal zo platgetreden, zo afgewogen en de dialogen vertellen alleen het strikt noodzakelijke. Hoe grafisch overladen de tekeningen ook zijn, hoe sober het verhaal is. Sheïd mist voor ons het snuifje originaliteit waar zijn voormalige scenarist en huidige uitgever Arleston het patent op heeft. Pas op het eind van dit introductiedeel tovert Pellet met een Kanuto een typische Arleston-vondst tevoorschijn. En plots krijg je een van de strafste prenten van deze strip.

De terugkeer van Philippe Pellet is er eentje door de grote poort. Dit is zo straf getekend. Alleen kan zijn scenario deze grafische pracht niet naar het absolute A-niveau brengen.