Geschreven door : Diederik Van De Velde - Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

De nieuwe avonturen van Roodbaard - 1: Gehangen maar niet dood

De nieuwe avonturen van Roodbaard - 1: Gehangen maar niet dood

En of hij terug is!

Hij is terug! De zeeschuimer die niet vloekt in "Basji-boezoeks" maar in "bokkenpoten". De kapitein die met een dreigend uitgesproken "Bloed en darmen!" mensen doet sidderen, lang voordat er "duizend bommen of granaten" worden bovengehaald. Roodbaard uiteraard!

Roodbaard, de piratenkapitein die geen vrijbuiter meer is, maar kaperkapitein. Er is namelijk een vredesakkoord tussen Frankrijk en Engeland, dat maakt de omstandigheden heel wat minder gunstig voor piraterij. Roodbaard is dus kaper voor de Franse koning, wat betekent dat hij zijn opdrachten ontvangt van de gouverneur op Cap-Français. Het initiatief aan anderen laten en in de pas lopen... het zint de roodharige oud-piraat niet. De gouverneur baalt dan weer dat hij zijn oude vijand wettelijk weinig kan aanwrijven. Maar dan komt de ultieme kans om Roodbaard op piratenjacht te sturen.

Waar begin je als je de meest mythische piraat uit de stripgeschiedenis een doorstart wil geven? Ervaren rot Jean-Charles Kraehn (De Onthoofde Arenden, Gil Saint-André, Tramp) kiest ervoor om terug keren naar de roots en dit album te laten aansluiten op de verhaallijn rond het Azteekse goud, geschreven door Jean-Michel Charlier, de bedenker van de reeks.* Met de buit van de Azteekse avonturen trekt Roodbaard zich terug op Cap-Français, in een kaperbestaan en met frisse tegenzin. Dat geeft mogelijkheden voor een nieuwe verhaalinsteek. Teruggrijpen naar Charliers werk zorgt voor zowel een opening als continuïteit. Door Roodbaard opnieuw kaper te maken, heeft Kraehn bijvoorbeeld de mogelijkheid om (in de toekomst) nog eens aan te knopen bij Eriks morele bezwaar tegen piraterij, wat eerder in de serie dikwijls aan bod kwam. Roodbaards zoon Erik heeft in dit nieuwe avontuur trouwens voorlopig een eerder kleine rol. Dat hoeft niet vreemd aan te voelen, Roodbaard is een reeks die vroeger ook al verrassende keuzes aandurfde. Zo waren er in het verleden albums waar Erik de hoofdrol volledig van zijn vader overnam of waar de bebaarde piraat zelfs helemaal afwezig bleef.

Kraehn voert met zijn Roodbaard een personage op dat op sommige vlakken danig verschilt van Charliers Roodbaard. De blanke pit in de ruwe bolster komt zo nu en dan wat nadrukkelijker aan de oppervlakte. Roodbaard die te vermurwen valt met het vooruitzicht op een lekkere maaltijd en die zich in een taverne haast opwerpt als vakbond voor verschoppelingen en armen. Dat is nieuw. Tegelijk is Kraehn scenarist genoeg om te weten dat de personages en de stijl van Charlier nog altijd staan als een huis. Die moet je niet veranderen om te veranderen. Hooguit moet je die de eenentwintigste eeuw in begeleiden. En dat doet Kraehn. Baba, Roodbaards trouwe luitenant, voegt de letter "r" toe aan zijn alfabet. De vele beschrijvende tekstkaders, een handelsmerk van Charlier, blijven overeind maar krijgen een talige update. Ze blijven wel voldoende verhalend en ogen zo als een ode aan de meesterverteller die Charlier was. De eveneens typische scheepstermen die Charlier zo vaak gebruikte, zijn ook in dit album terug te vinden. De verklaringen van die termen zijn — in tegenstelling tot vroeger — niet meer in de bladspiegel verwerkt, maar verplaatst naar een meer eigentijdse verklarende woordenlijst.

Dat de echte actie in het verhaal pas goed losbarst als het verhaal ongeveer twee derde ver is, lijkt ons een weloverwogen keuze. Andere recente piratenverhalen, in strips en daarbuiten, hangen immers steeds meer het beeld op van de piraat als onderhandelaar-fikser. Ook hier sijpelt die andere vorm van actie lichtjes en subtiel door. Verder maakt Roodbaard in dit verhaal enkele mentale gedaanteverwisselingen door. Hoe meer de kaper lijkt op de piraat die hij was, hoe meer het verhaaltempo en de actie toenemen. Dat dit album in volle actie durft te stoppen, bewijst waarom Kraehn nog steeds de topscenarist is waarvoor we hem houden.

Grafisch heeft Gehangen maar niet dood ons al beet voor we het album hebben opengeslagen. Roodbaard die de lezer ziedend aankijkt doorheen een strop terwijl achter hem de Jolly Roger wappert. Maar liefst drie coverelementen die strijden om de hoofdmoot van onze aandacht. Dat werkt en is goed gezien van Stefano Carloni. Roodbaard, de strop en een Haïtiaans verzicht ware ook mooi geweest, maar had vast niet dezelfde impact.

Carloni is zo'n tekenaar die doet geloven in de toekomst van het beeldverhaal. De jonge Italiaan viel ons voor het eerst op met de racestrip Sinclair. Die toonde misschien dat dit niet zijn voorkeursgenre was, maar bewees vooral heel wat potentieel. Eens, met De vorsers, de stap naar het historische genre gezet, werd pas echt duidelijk wat 's mans sterkte is: kostuums, heel eigen kleurgebruik en decors waarnaar research gedaan is.

Met Roodbaard schudt hij definitief het label "beloftevol" van zich af. Bij De vorsers doken af en toe nog wat statische figuren en bewegingen op. Nu zijn daar dan toch die bewegingslijntjes die de zo mooi ingekleurde prenten hun extra dynamiek geven. Carloni's Erik heeft trekjes van Victor Hubinons Erik, zijn Roodbaard is dan weer geheel eigen. Een mooi eerbetoon aan wat is geweest. Dit album is voor Carloni de bevestiging van wat er al een tijdje zat aan te komen.

Als Erik nog iets nadrukkelijker aanwezig mag zijn in het volgende deel en Driepoot er zijn listig vernuft als vanouds mag tentoonspreiden dan komt de actie als vanzelf in een stroomversnelling. Hopelijk kunnen we dan weer voor jaren het ruime sop in met een reeks die eigenlijk niet in pauze had gehoeven.

*De originele klassieke reeks is opnieuw genummerd en overzichtelijk te herlezen in een dertiendelige, integrale heruitgave bij Sherpa, dat binnenkort ook de spin-off De jonge jaren van Roodbaard in een integraal jasje zal kleden. Die nieuwe vormgeving was welkom. Deze doorstart van Roodbaard, bij Dargaud, draagt de ondertitel De Nneuwe avonturen van Roodbaard, maar die ondertitel werd bijvoorbeeld al eens eerder gebruikt binnen de hoofdreeks, toen Christian Gaty en Jean Ollivier het auteursduo waren.