Geschreven door : Gert Meesters - Categorieën : In de pers

Mezzo & Dupont: 5 vragen

Mezzo & Dupont: 5 vragen

Mezzo en Jean-Michel Dupont leggen uit waarom ze het leven van bluespionier Robert Johnson in een strip hebben omgezet. ‘Wij hebben de verkoop van Johnsons muziek de hoogte ingejaagd.’

Na de fantastische trilogie De vliegenkoning de biografie van een blueslegende: een hele stap?
MEZZO:
De vliegenkoning was doordrongen van de woede van een adolescent. Pirus, de scenarist van die reeks, was volledig in de ban van stripauteur Charles Burns en schrijver William Burroughs toen we het maakten. Na negen jaar was ik blij dat ik dat meedogenloze universum kon verlaten. In Love in vain zit veel meer empathie.
JEAN-MICHEL DUPONT: Het is een menselijker, sensueler boek.

Waarom de blues?
DUPONT:
We zijn allebei muziekliefhebbers. Ik vooral van blues, al zo’n jaar of twaalf nu. Mezzo is minder fan, maar vindt het genre toch interessant. De rock waar hij van houdt, is ook geïnspireerd door blues: de Stones, Led Zeppelin.
MEZZO: Ik werk alleen met vrienden samen en we spelen beiden muziek. Wanneer Jean-Michel zijn gitaar vastpakt, is dat om blues te spelen. Ik speel garagerock uit de jaren 60 en 70 in groepjes. Love in vain is mijn eerste boek dat echt over muziek gaat, hoewel dat een essentieel deel van mijn leven is. Ik wilde zelfs muzikant worden en ik vind het nog altijd pijnlijk dat ik dat nooit geworden ben. Ik wreek me nu dus een beetje. (lacht)
DUPONT: Heel de magie, de charme van de blues is erop gebaseerd dat de uitvoering het belangrijkste is. Elke grote bluesman heeft zijn eigen stijl. BB King, Albert King, Robert Johnson herken je uit duizenden. Het genre is ook stevig geworteld in de nieuwe slavernij van het Amerikaanse Zuiden, waar de zwarte bevolking op een hypocrietere manier opnieuw misbruikt werd. Wij vertellen het verhaal van een man die niet in dat systeem wil meedraaien en bluesman wordt.

Robert Johnson, een van de vroegste leden van de macabere ‘27 Club’.
DUPONT: Johnson is om vele redenen speciaal. Hij kende een tragisch lot, hij heeft een speciaal aura door al de muzikanten die later niet over hem konden zwijgen. En ja, hij is op zijn 27e gestorven. De 27 Club, de groep muzikanten die nooit ouder zijn geworden dan die leeftijd, zoals Janis Joplin, Kurt Cobain en Amy Winehouse, kan ons gestolen worden. Wij vinden dat een grap. Maar door die vroege sterfdatum raken mensen geïnteresseerd in Johnson. Zo ontdekken ze de oorsprong van de blues.

Zij het dat ze in een strip de muziek niet kunnen horen. Dat is toch een nadeel?
DUPONT:
Love in vain is gemaakt met een soundtrack die je niet hoort, maar die wel gesuggereerd wordt. Bluesliefhebbers vertelden ons dat ze de muziek leken te horen terwijl ze de strip lazen. Mensen die niks van blues kennen, hadden dan weer zin om naar Robert Johnson te gaan luisteren. Door de grote media-aandacht die we in Frankrijk hebben gekregen, hebben we de verkoop van zijn muziek de hoogte in gejaagd.

Niet alleen het verhaal is erg Amerikaans, je tekeningen, Mezzo, versterken dat gevoel.
MEZZO:
We waren thuis arm en we keken naar een kleine zwart-wit-tv waarop elke zondagavond filmklassiekers van John Ford of Robert Aldridge te zien waren. Dat doet wat met een mens. Die verhaalgrammatica heeft me nooit meer losgelaten. Hier in Europa zeggen ze altijd dat mijn boeken er Amerikaans uitzien, met een soort voorbehoud, alsof cultuur altijd puur moet blijven. Mijn Amerikaanse uitgever vindt mijn boeken juist heel Europees. In De vliegenkoning zag hij Goya en Rembrandt. Europees of Amerikaans betekent niets. Er bestaat alleen kunst.
DUPONT: Een stijl zal internationaal zijn of zal niet zijn.