Geschreven door : Gert Meesters - Categorieën : Reviews Focus Knack

Levenslijnen -1+2+3 - 1. De overval - 2. De zoon - 3. De Afrikaanse val

Levenslijnen -1+2+3 - 1. De overval - 2. De zoon - 3. De Afrikaanse val

DE PIJN VAN EEN LEVENSLIJN

Frank Giroud doet even een Jaco Van Dormael: hij volgt de verschillende paden die een mensenleven zou kunnen volgen.


Scenarist Frank Giroud exploreert in Levenslijnen — net als Van Dormael in zijn Mr Nobody — de keuzes die een mensenleven definitief in de plooi leggen. Het leven dat als testcase dient, is dat van de roodharige Ellen. Als verliefde bakvis papt ze aan met een stoere communist met wie ze bij wijze van terroristische actie een bank berooft. Onverwacht vallen daarbij enkele doden. Het vermoeden dat ze een of meer mensenlevens op haar geweten heeft, vreet aan haar, maar haar betrokkenheid wordt nooit vermoed.

Stelselmatig bouwt Ellen haar eigen leven uit, tot ze twintig jaar later bekendstaat als de Moeder Teresa van het drinkbare water in Afrika. Plots wordt echter een voormalige rivale tot de doodstraf veroordeeld voor haar misstap van twintig jaar voordien. Aan het einde van het eerste, inleidende boek vraagt Ellen zich af of ze zich moet aangeven. Album 2, De zoon, vertelt wat er gebeurt als ze beslist dat te doen, album 3, De Afrikaanse val, toont het verloop als ze dat toch niet doet. Verderop in de reeks staan nog andere opsplitsingen gepland tot alles in het laatste album weer zal samenkomen.

Sinds zijn reeks De tien geboden heeft Frank Giroud voor dit soort conceptreeksen een vaste methode: samenwerken met een hele horde matige tekenaars om er toch maar voor te zorgen dat alle delen binnen een heel beperkte tijdspanne kunnen verschijnen. In dit geval gaat het om veertien albums in twee jaar tijd. Levenslijnen toont echter twee variaties op het bekende thema. Ten eerste bevat de tekenaarsline-up ongewoon veel talent — Ruben Pellejero, Joseph Béhé, Gilles Mezzomo kunnen op eigen kracht een serie laten bloeien. Tweede verrassing: Giroud houdt het bij het eerste en het laatste scenario en laat de tussenliggende boeken uitwerken door een sterrenteam van topscenaristen als Denis Lapière, Pierre Christin, Matz en Kris.

De eerste drie delen zijn steeds onderhoudend, maar doordat de tekenstijlen van vooral Durand en Collignon ver uit elkaar liggen, boet het verhaal aan geloofwaardigheid in. Het lijkt wel of de personages door andere acteurs worden vertolkt. In sommige tv-soaps kom je met die breuk misschien weg, maar in een stripreeks met een zeker sérieux ligt dat toch moeilijker.