Geschreven door : Peter D'Herdt - Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

Jomme door - Paradijseiland

Jomme door - Paradijseiland

Respectvolle Mick Jagger bij The Beatles

Het was voor ons een beetje schrikken toen we vernamen dat Steven Dupré na Griffo de volgende zou zijn die een album van Jommeke in Jomme, de hommagereeks aan de Jef Nys-klassieker, onder handen zou nemen. Dupré, dat was toch de ongekroonde erfgenaam van Willy Vandersteen, een auteur die de toon en de stijl van Standaard Uitgeverij als van nature in de vingers leek te hebben? En tussen Jommeke en Suske en Wiske was er historisch toch een soort van gezonde concurrentie om de harten van de jonge striplezers? Maar goed, Stevens eersteling Wolf rolde destijds samen met Jommeke en de rest van de krant Het Volk van de persen in de Forelstraat in Gent. En in een tijd waar grote overnames en andere joint-ventures alles onder een grote speler lijken onder te brengen, lijkt het prikkelend én vanzelfsprekend dat Mick Jagger een gelegenheidsduet met The Beatles opneemt.

Het oog van Dupré — of van de beslissingsnemers bij de uitgeverij — viel op de klassieker Paradijseiland. Een uitstekende keuze. In de Suske en Wiske-spin-off Boemerang leken de ietwat futuristische en koude decors Dupré uit zijn comfortzone te trekken. Nu zijn ze vervangen door een onbewoond, Robinson Crusoë-achtig eiland waar natuurliefhebber en -tekenaar Dupré helemaal zijn ei kwijt kan. Je hoeft na dit album niet langer naar Brazilië om daar met een zaklamp op het strand de schildpadden te gaan storen die bij valavond de zee intrekken. Dupré tekent het in dit album voor jou en passant en zowat achteloos als een soort van extra verwennerijtje. Ook elders is hij tekenmatig in zijn element. Hij integreert feilloos de typische Nys-elementen (let maar eens op de ogen van de personages) in zijn eigen Sarah en Robin-stijltje. Een hoogtepunt is de knappe uithaal waarin hij paginagroot het amusement van Jomme en co in een soort van geïmproviseerde Center Parcs letterlijk doorbreekt met de hysterische ongerustheid van de ouders. De compositie is er eentje voor aan de muur van het Brusselse Stripmuseum, want in deze albumversie is het zonde dat het formaat en de wat fletse drukkleuren haar oneer aandoen.

Na het lezen van het eerbetoon door Dupré namen we ook het origineel van Jef Nys nog eens ter hand. De vergelijking was best interessant. De druk van het voorpublicatietempo maakt van de Nys-versie een wat chaotischer geheel dat soms wat samenhang mist en charmante hiaten vertoont. Dat heeft Dupré niet. Zijn verhaal heeft meer structuur en een meer doordachte verhaalopbouw, ook al lijkt het ook bij hem soms dat hij om onduidelijke redenen hier en daar een ideetje bij nader inzien niet verder wou of mocht uitwerken.

Wat dit album wel wat ontbeert, is de ruwe en ondeugende spontaniteit van de jonge Nys. Zoals contradictorisch genoeg een debuutplaat van een jonge muzikant, drijvend op diens enthousiasme, ons zoveel meer kan beklijven dan een perfectionistisch geproducete album van diezelfde muzikant met twintig jaar meer ervaring en kunde. Waar Nys ons een paar keer luidop deed lachen en nogal gul met milde krachttermen durfde strooien, lijkt Dupré keuriger en met de handrem op te rijden, alsof hij wat al te voorzichtig wil omspringen met het stukje erfgoed dat hij in handen heeft. Als we moesten gniffelen, was dat vooral om de latente deugnieterigheid die regelrecht uit een album van Wolf leek te komen, zoals de interventie van de brandweer en de naam van reddingssloep van de Zilvergolf.

De relatieve braafheid is het enige minpuntje dat we konden ontdekken. Heel wat verhalende tussenkomsten zou Nys naar alle waarschijnlijkheid, na een enthousiaste "sapperdekriek, goed gevonden", met genoegen zelf als alternatief verwerkt hebben in zijn verhaal. Duprés gaafste ingreep is zonder meer de afwijkende aanpak om Pekkie en Flip mee te krijgen op een schip waarop huisdieren niet zijn toegelaten en de mompelende "hmmm"'s waartoe een vermeend blinde en stomme Fille zich daardoor moet beperken.

De slotsom is dan ook dat voor ons deze hommage aan Jomme door Dupré, meer nog dan die van vorig jaar aan Suske en Wiske, geslaagd is. Here comes the sun, and I say it's all right. We horen het Mick Jagger met (misschien iets te veel) respect voor het origineel, maar met een enig mooie eigen toets brengen. Aan de vooravond van zijn vijfenzestigjarige verjaardag had de held met het strooien dakje zich geen mooier cadeau kunnen wensen.