- Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

De complete Guus Slim - 5: De wind in de rug

De complete Guus Slim - 5: De wind in de rug

Vrij rimpelloze overname

In deze vijfde en voorlaatste integrale van De complete Guus Slim staat het vol kortere verhalen uit de periode 1968-1971 en slechts één verhaal, 18-Karaats Werk, dat indertijd een compleet album vulde. Net voor dat verhaal nam Roland Goossens alias Gos de tekeningen van Maurice Tillieux over met vermelding op de cover, de titelpagina en de laatste prent. Ook het kortverhaal De Man met de Witte Trui, waarin Kersensteeltje bewijst dat ze net zo goed de hoofdrol kan spelen, en de kortverhalen Het Lichtpunt (met een "schitterende" ontknoping) en De Beeldjes zijn van Gos' hand. Uit het achtergronddossier blijkt dat Gos Tillieux al een handje hielp bij De Springbeesten. De laatste tijd verschenen wel meer integrales (De Smurfen, Steven Sterk, Natasja) waarin Gos' bijdrage aan de stripwereld tot uiting kwam.

Gos' overname verliep vrij rimpelloos. Je ziet hem aanvankelijk wel worstelen met de juiste toon van de tekeningen en het ontwerpen van nevenpersonages die meer bij de school van Peyo, zijn andere leermeester, horen dan dat ze aansluiten bij Tillieux' wereldje. Zodra Tillieux hem allerhande voer- en vaartuigen in actie laat tekenen, met als summum een auto-achtervolging op de daken van Parijs in een scène die nog steeds tot de verbeelding spreekt, heeft hij de reeks meer in zijn vingers.

Voor de andere kortverhalen herwerkte Tillieux andermaal oude verhalen van Felix waarin altijd een mix van scherts en ernst zat. Vlinder rotzooit met opklapbare bedden, er wordt à volonté gevallen over buizen en koffers, Vlinder vindt een oldtimer uit met twee voorkanten waarmee hij de straten op stelten zet en hij spaart de flauwe moppen niet. Vrouwonvriendelijke opmerkingen ten koste van Kersensteeltje worden trouwens netjes gecounterd door rake opmerkingen van Slims secretaresse. Het ernstige tegenwicht zien we in heikele situaties waarin Guus zich bevindt: gekneveld en vastgebonden in een grot die onder water stroomt, een enige kans om een rotsblok dat een uitgang verspert tot ontploffen te schieten of hoe hij zich in een actieve windtunnel staande moet houden, allemaal scènes uit het halflange De Windmaker.

Vrolijk Hahaha
is een kolderesk gangsterverhaaltje. Vlinder en Spek in het Spookhuis valt vooral op door de schots en scheve camerastandpunten die op drie pagina's beter gedijen dan mocht het een lang verhaal volgehouden worden. Aardig stijlexperiment, wellicht ingegeen door de experimentele films die Tilieux toen zag. Tussendoor staan ook nog drie geïllustreerde leesverhalen, Het Gekraak, Vaarwel, Generaal! en De Valstrik. Die werden gemaakt om het lange oponthoud naar Gos' overname op te vullen. De teksten lezen ook nu nog lekker vlot weg en getuigen van een groot gevoel voor suspens. Tillieux was beslist een goede verteller.

Hopelijk lukt het Arboris nog om dit jaar het laatste deel in De Complete Guus Slim uit te geven. Dan zou het hen vier jaar gekost hebben om de volledige reeks opnieuw uit te geven. Dat doen ze trouwens met de nodige zorg, van de afwerking van het dossier met de juiste afbeeldingen in het Nederlands tot het opnieuw letteren van de verhalen. Dat laatste liet Scratch Books bijvoorbeeld na in hun laatste integrale van Jan Kordaat terwijl de oorspronkelijke lettering zeer slordig was en vol fouten staat door veranderde spellingsregels of slechte vertalingen van toen. We waren dan ook blij dat Arboris die reeks overneemt, al dreigt een extra integrale reeks het verschijninsgritme van alle andere integrale reeksen (Baard en Kale, De Beverpatroelje, Sophie, Brammetje Bram, De Indianenreeks, Tanguy en Laverdure en wie weet wat er nog komt...) weer te vertragen.