Geschreven door : Peter D'Herdt - Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

Chinaman - Integraal - 1 en 2 en 3 / De tijger ontwaakt

Chinaman - Integraal - 1 en 2 en 3 / De tijger ontwaakt

Rauw, hees... (Le) Tendre

De jaren 1990. In de schaduw van grote broer Vrije Vlucht is er bij Dupuis de uitstekende collectie Spotlight, een serie met toonaangevende, straffe stripreeksen. Largo Winch, Luka, Charly, Soda, Jerome K. Jerome Bloks, Jessica Blandy, Jeremiah, De Havik,... Namen die vandaag nog steeds klinken als een klok, maar toen gezellig samen in een collectie zaten met een heerlijk strak logo dat als een soort van kwaliteitslabel op elke cover aanwezig was. In de slipstream van die grote namen werden in de tweede helft van de jaren 1990, middenin een opspelende crisis en een ongeduldig streven naar steeds gezwindere winst, nog een paar reeksen gelanceerd in de intussen legendarische verzameling. Velen ervan — en sommigen terecht — zouden nooit voltooid worden. Een van de laatste die ontsnapt, is Chinaman, nochtans zelf al een afdankertje van Casterman. Hoofdrolspeler Chen Long Anh is daarin een goedhartige, maar koppige en opvliegende Chinese immigrant die in een vorig leven nog voor de triades heeft gewerkt. Hij komt terecht in het Californië van de negentiende eeuw, een rauwe setting die we kennen vanuit Deadwood en een ideale achtergrond waartegen al het goede en het slechte van de personages tot uiting kan komen. De reeks wordt de laatste instant-klassieker van Spotlight.

Vandaag, bijna vijftien jaar nadat Chen "Chinaman" zijn voorlopig laatste kunstje vertoonde, brengt Dupuis ons een — zeker voor wie deze reeks nog niet ontdekte — ronduit on-mis-ba-re integrale versie in drie delen en tegelijk ook een machtige epiloog. De Tijger Ontwaakt speelt zich immers een generatie na de eerste belevenissen van Chen Long Anh af. Centraal staat een vreemde opeenvolging van kidnappings annex moorden van jonge vrouwen. In het onderzoeksteam van Pinkerton zit ene Matt Monroe. Hij doet niet onmiddellijk een belletje rinkelen, maar snel wordt duidelijk dat hij een verborgen agenda heeft en op zoek is naar zijn echte vader, niemand minder dan "onze" Chinaman. Die laatste zit na een traumatische passage bij het leger en onder invloed van opium in een lethargische roes. Een aaneenrijging van toevallige gebeurtenissen zorgt er echter voor dat het niet zo heel lang duurt alvorens de oude tijger terug wakker wordt.

Net als Chen, zijn tekenaar Olivier TaDuc en scenarist Serge Le Tendre zowat een porseleinen huwelijk ouder geworden. Daar merk je helemaal niets van, want ze dartelen als jonge veulens doorheen dit relaas. Le Tendre is nog steeds een volleerde dichter. De manier waarop we te weten komen wie de moeder is van Matt en hoe hij aan zijn achternaam Monroe kwam, is aangrijpend, de afkickverschijnselen van Chen zijn zo levensecht dat ze pijnlijk voelbaar worden, de gedachtentreinen van voornamelijk Matt razen zo openhartig voorbij dat het lijkt alsof hij ze zelf in je oor fluistert. Naast vader en zoon leren we een resem sterke karakters kennen, zoals de eervolle dokter Monroe en zijn dochter Susan en Chens oude maat Marcus. Zelfs de ambitieuze Pinkerton-chef Wheeler en de meeste slechteriken (enkel de lamlendige baas van de spoorwegmaatschappij valt pijnlijk uit de toon, maar zelfs dát kan de bedoeling zijn geweest) geven ons dankzij doeltreffende dialogen een ruime inkijk in hun psyche. Dat wordt ondersteund door het tekenwerk van TaDuc, dat eenvoudig en efficiënt is en toch veel betrokkenheid verraadt. Ook weet hij de tempowisselingen tussen keiharde actie en de wat meer beschouwelijke momenten perfect te beheersen.

Even lijken beide heren de pedalen te verliezen wanneer een wraaklustige Chen op een buitensporig wreedaardige en niets of niemand (ook de goeden niet) ontziende manier een serie boeven om het hoekje helpt. Maar eigenlijk past ook dat helemaal in de getormenteerde en door trauma's en drugs vertroebelde geest van de "tijger" en is de schok voor de lezers ook de schok die hij nodig heeft om weer een beetje tot zijn zinnen te komen. Le Tendre betekent tenslotte niet voor niets "De Zachtaardige". Op het ogenblik dat we nog hees aan het nahijgen zijn van dat rauwe Tarantino-momentje, slaagt hij erin om zijn naam alsnog waar te maken en brengt met een portie poëtische zachtzinnigheid, zonder melig te worden, een balsem aan. Dit album illustreert zo perfect waarom het stripverhaal De Negende Kunst wordt genoemd. Het is in die zin ook niet verwonderlijk dat José-Louis Bocquet, misschien wel de laatste echte romancier in de branche, expliciet als uitgever wordt vermeld. Het is waarschijnlijk zijn laatste kunstje, want begin dit jaar sloeg hij de deur als uitgever bij Dupuis achter zich dicht, om zich voortaan enkel nog aan het schrijven te wijden. Een volgend album van Blake en Mortimer, in samenwerking met Jean-Luc Fromental voor tekenaar Antoine Aubin, staat alvast op stapel. Net als met Chen Long Anh verdwijnt zo een stukje eigenzinnige romantiek uit de stripwereld.