Geschreven door : Persbericht Guy Vanhenge - Categorieën : In de pers

Brussels pand voor patrimonium Marc Sleen - Persbericht Minister Guy Vanhengel

Het stripfiguurtje Nero wordt vereeuwigd in Brussel. De Stichting Sleen kon een pand verwerven om het levenswerk van Marc Sleen te bewaren en permanent aan het publiek te tonen. In het huis, gelegen in de Zandstraat 33, is Nero geboren. Vanaf 1947 creëerde Marc Sleen er de eerste tekeningen van zijn emblematisch figuurtje voor de intussen ter ziele gegane krant, de Nieuwe Gids.

Marc Sleen + Guy VanhengelDe droom van Sleen om zijn immense collectie tekeningen voor het nageslacht te bewaren, te ordenen en tentoon te stellen is mede mogelijk gemaakt door een eenmalige subsidie van het Brussels Gewest.
“Het is immers een schitterende prélude voor het themajaar van het Brussels Gewest, dat in 2009 in het teken zal staan van het beeldverhaal”, zegt Brussels minister Guy Vanhengel, bevoegd voor het imago van het Brussels Gewest, “Marc Sleen is een klassieker in de stripwereld, net als Hergé. Bovendien speelt het tweetalige Brussel in zijn verhalen een cruciale rol”.

“Als kind heb ik de stripverhalen van Sleen verslonden”, vertelt Vanhengel. “Nog altijd ben ik een freak. Want Sleen geeft zodanig veel allusies op de actualiteit, dat zijn verhalen ook grappig zijn en blijven voor volwassenen”.

Zo steekt hij in De Hemelse Vrede een schitterende knipoog naar René Magritte. Madame Pheip, staat met haar onafscheidelijk rookpluim in haar salon te fulmineren, met op de achtergrond een schilderij van een pijp met daaronder “Ceci n'est pas une Pipe” en daarnaast een tweede schilderij, met “Ceci non plus”. Intussen zit mijnheer Pheip, een Franstalige Brusselaar die Vlaams spreek doorspekt met Franse woorden, te lezen in Le Capitaliste Illustré .

In De Wraak van Nanga duikt het hoofd van Mobutu plots op in een paleis, bestaande uit vaten kernafval: een duidelijke hint over het dumpen van afval in de derde wereld. “Kortom aan de hand van zijn getekende vertelselkes leren we nog iets over onze eigen geschiedenis: de politieke, maatschappelijke, culturele en niet te vergeten sportgeschiedenis”, aldus Vanhengel.

Het kostte dus niet veel moeite om de collega's in de Brusselse regering te overtuigen om het patrimonium van dit icoon van het Belgisch stripverhaal niet verloren te laten gaan”.
Net voor de krokusvakantie is eenmalig bedrag van 725.000 EUR goedgekeurd, als bijdrage voor de voorbereiding van het stripjaar 2009, waarvan de opening van het Sleen Huis niet alleen een bekroning zal zijn van het levenswerk van Sleen, maar meteen één van de hoogtepunten van het Brusselse themajaar van het Beeldverhaal.

De aankoop van het deel van het huis in de Zandstraat is overigens ook een uitstekende zaak voor het Belgisch Centrum van het Beeldverhaal. Deze unieke Belgische tempel van het stripverhaal, één van de meest bezochte Brusselse musea, krijgt er met deze uitbreiding dus nog een attractie van formaat bij.

Het huis zal dus nog meer bezoekers naar de Zandstraat draineren, die misschien ooit uitgroeit tot de straat van het beeldverhaal. Voor de wijk in verval geraakte, was dit hier de Fleet Street van Brussel. Alle belangrijke kranten uit die tijd hadden hier hun vaste stek, niet alleen de Nieuwe Gids, maar ook Le Peuple, La Cité, Het Nieuws van de Dag. Op een boogscheut hiervandaan bevindt zich Le Soir en ietsje verder, in de andere richting waren ook Het Laatste Nieuws en La Dernière Heure gevestigd.

Tot slot nog dit: er is een Stichting Sleen opgericht die het pand, de collectie en de postume auteursrechten van de tekenaar beheert. De raad van bestuur van de Stichting moet nog worden samengesteld, maar zal zeker vertegenwoordigers tellen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Belgisch Centrum van het Beeldverhaal, de Standaard Uitgeverij als uitgever van Nero, de krant De Standaard en tenslotte een vertegenwoordiger van Marc Sleen zelf.

Minister Guy Vanhengel