Geschreven door : Gert Meesters - Categorieën : In de pers

'Bij Rubens horen tieten, bij Warhol piemels. Niks aan te doen'

'Bij Rubens horen tieten, bij Warhol piemels. Niks aan te doen'

U hebt gelijk als u wat wantrouwig staat tegenover de vele stripbiografieën die tegenwoordig van bekende kunstenaars verschijnen. Behalve als ze uit de pen van Amsterdammer Typex vloeien. Zijn Andy Warhol-boek, Typex's Andy, is zo mogelijk nog indrukwekkender dan wat hij eerder met Rembrandt deed.

Toen Typex vijf jaar geleden zijn gelauwerde stripbiografie Rembrandt uitbracht, leek dat alleen al op basis van beider uiterlijk een perfecte match. Typex' lange haardos en zijn snor deden hem er altijd al een beetje uitzien als een zeventiende-eeuwse schilder. Blijkbaar vond hij de link zelf minder vanzelfsprekend. ' Rembrandt heeft, zeker internationaal, veel deuren voor me geopend. Tegelijk was het niet mijn eigen idee om dat boek te maken, maar een opdracht van het Rijksmuseum. Dat bleef een beetje aan me knagen. Mijn vriend Peter Pontiac zei: "Geweldig boek! Maar het volgende is van jou!" Ik had zin om iets te maken zonder dat iemand erop wachtte, iets dat helemaal uit mezelf kwam.'

Dat werd Typex's Andy, de overtreffende trap van een stripboek - bijna zeshonderd pagina's dik. De tien heel intense en verschillende hoofdstukken zijn met Typex' kenmerkende meesterschap visueel aangepast aan de tijd en de plaats waar ze zich afspelen. De auteur raadt op de achterflap zelfs aan om na elk deel even te stoppen met lezen om indigestie te vermijden. Geheel in overeenstemming met Andy Warhols voorliefde voor de objecten van de consumptiemaatschappij heeft Typex zijn biografie ook commerciële knipogen meegegeven. Het boek lijkt wel een waspoederdoos en elk hoofdstuk wordt ingeleid door een pagina trading cardsmet de belangrijkste personages. Dat laatste is geen overbodige luxe, want Typex volgt 'Andy', zoals hij hem vriendschappelijk noemt, van zijn jeugd als migrantenkind in de jaren dertig tot aan zijn dood. Door de massa gebeurtenissen en ontmoetingen lijkt het wel of Warhol tien verschillende levens heeft geleid.

 

Waarom net Warhol?

Typex: Na Rembrandt leek een nieuwe kunstenaarsbiografie me een goed idee. Toen ik begon te zoeken naar een onderwerp, kwam ik vanzelf uit bij The Velvet Underground - mijn favoriete band - en bij de kunstenaars die in hun buurt rondhingen. Zo kwam Warhol in zicht. Andy was een tekenaar en kwam uit de illustratie. Hij kende ook de commerciële kant van de zaak, net als ik. Ik had dus veel aanknopingspunten. De tijd waarin hij heeft geleefd, was doorslaggevend, want daarin begon alles wat ik mooi vind: de eerste geluidsfilms, de bloei van animatie, de geboorte van rock-'n-roll. Ik was als kind gek op Laurel en Hardy, ook al waren ze al dood. Ik hield ook van wat oudere muziek. Die popcultuur was zeker een van de belangrijkste insteken. Andy was de gids die ik nodig had.

Op basis van je illustratiewerk voor muziekblad Oor zou je nochtans verwachten dat je een muzikant zou kiezen.

Typex: Ik vind Warhol interessanter omdat hij zo mysterieus is. Veel mensen hadden gedacht dat ik bijvoorbeeld David Bowie zou nemen. Maar het moest voor mij een uitdaging zijn. Andy is heel ingewikkeld om te vangen, door al zijn verschillende periodes. Hij bleef mysterieus. Hij heeft bijvoorbeeld zijn tekortkomingen - verlegenheid, moeizaam spreken - opgeblazen tot monstrueuze proporties en zo een karikatuur van zichzelf gemaakt.

Je laat hem zelfs zeggen: 'Ik vind het zoveel makkelijker om een stripfiguur te zijn.'

Typex: Ja, wanneer Debbie Harry hem zegt dat ze het beu is om de stripfiguur Blondie te zijn.

Denk je dat hij dat oppervlakkige imago echt heeft gecultiveerd?

Typex: Jazeker! Hij heeft zichzelf ook heel erg afgeschermd, hoewel hij altijd in de schijnwerpers stond. Hij was een man vol tegenstellingen en een echte kunstenaar. Hij ging het romantische cliché te lijf van de artiest die op zijn zolderkamer zit te zwoegen en hij heeft een heel ander, bijna industrieel kunstenaarschap gepropageerd. Hij liet zijn werk uitvoeren door anderen. Toen was dat nieuw, ondertussen is dat bon ton in de kunstwereld.

In jouw biografie voel je een soort tederheid voor hem, omdat je zijn kwetsbare punten heel duidelijk ziet, maar het blijft ook een schoft.

Typex: Dat ben ik met je eens. Ik ben tegen heldenverering. Biografieën zijn vaak bijna heiligenlevens. Het was niet mijn bedoeling om te laten zien wat voor leuke, joviale vent Andy wel was, maar om genoeg te tonen zodat je je als lezer zelf een oordeel kunt vormen.

De gigantische omvang, het grote aantal personages, een who's who van de kunstwereld in de twintigste eeuw... Moest dat er per se allemaal in? Is Andy Warhol zo complex dat je dat allemaal moest vertellen?

Typex: (glimlacht) Less is more staat niet in mijn blazoen. More is hardly enough! Ik citeer Andy niet zo vaak in dit boek, maar wat hij zei tegen The Velvet Underground vond ik echt geweldig: 'Als je ziet dat de mensen het na anderhalf uur een beetje beu worden, doe er dan nog een uurtje bij.' Nu, leave the audience wanting less was niet mijn insteek voor dit boek. Maar ondanks de stevige selectie die ik heb gemaakt, hou ik wel van overvloed. Ik vind het leuk als je een boek opnieuw kunt lezen. Mijn illustraties in tijdschriften zien de mensen één keer en dan verdwijnen ze als visverpakking. Een boek is voor je leven.

Vertel je daarom zo subtiel? Elke lezing levert iets nieuws op.

Typex: Ja, ik vind dat je het mysterie niet helemaal mag wegnemen. Daarom ben ik eigenlijk ongeschikt om biografieën te tekenen, want die zijn bijna allemaal heel uitdrukkelijk. Het was dus mijn missie om het anders te doen. Gisteren zag ik toevallig een strip over Vincent van Gogh, waarin hij roept: 'Ik word waanzinnig!' Dat lijkt gewoon Kamagurka! Het is toch niet serieus te nemen dat iemand zoiets roept? (windt zich op) Hij had zelfs zijn oor vast! Jezus Christus! Hoe kun je nu geloven dat de wereld zo in elkaar zit?

Je bent naar de Warhol Foundation moeten gaan om hun toestemming te vragen.

Typex: Mijn eerste contacten via e-mail leverden vooral een lijst op van advocaten bij wie er allerlei rechten betaald moesten worden. Ik vreesde dus dat het project waar ik al jaren aan werkte te duur zou worden en niet zou kunnen doorgaan. In samenspraak met mijn uitgever heb ik beslist om in mijn eentje de stichting te gaan opzoeken in New York. Mijn uitgever heeft speciaal een dummy laten maken van hoe het boek er zou uitzien, zodat ik het kon meenemen. De man met wie ik afgesproken had, leek me via e-mail heel formeel, dus ik vond het wel spannend. Toen ik hem live zag, was ik al een beetje gerustgesteld: het was een gewone gast, wel elegant gekleed, maar met rock-'n-rollhaar en tattoos. Het was voor mij toch wel positief dat hij al van rock-'n-roll gehoord leek te hebben. Ik heb dan het héle boek - en je weet hoe dik het is - pagina voor pagina aan hem voorgelezen. Toen ik ermee klaar was, zaten we tevreden naar elkaar te kijken. 'Hoe bang moet ik van jullie zijn?' vroeg ik. 'Helemaal niet', was het antwoord. Hij vond dat ik een interessant eigen spoor had gevolgd. Er moest wel nog een businessdeal beklonken worden, maar dat heeft hij met mijn uitgever gedaan. Dat is nog steeds een aanzienlijk bedrag geworden, maar wel veel minder dan andere projecten over Warhol hebben moeten betalen.

Dat waren trouwens niet de enige problemen met rechten in het boek. Ik had ook songteksten gebruikt, maar die zijn bijna allemaal vervangen door de titel van het nummer, want daarvoor heb je geen toestemming nodig. Grappig is dat Walk on the Wild Side van Lou Reed helemaal over Warhols Factory gaat. Dat nummer zat er oorspronkelijk helemaal in, de rechten waren al aangekocht - het speelde op de achtergrond van een scène. Toen de rechthebbende de getekende pagina's zag, heeft hij het gebruik van de tekst alsnog verboden! Er waren niet eens schokkende dingen te zien. Ik had gewoon travestieten getekend. Daar gaat de tekst van Walk on the Wild Side ook over. Maar de rechthebbende is blijkbaar iemand met veel geld die nog nooit naar die tekst heeft geluisterd. Nu staat er in mijn boek gewoon 'doo da-doo da-doo doo-da-da doo'. (lacht) Zo blijft het nummer toch nog vrij herkenbaar.

Ik heb zelden zo veel piemels in een stripboek gezien. Heb je daar internationaal geen problemen mee gekregen?

Typex: Joepie, een piemelrecord! Die problemen vallen mee, hoor. Het boek verschijnt meteen in veertien landen, in zes talen. Er zit geen echte porno in, vind ik zelf, maar het is wel explicit zoals de Amerikanen zeggen. Ik heb me niet ingehouden, want dat zou ik een echte misdaad vinden. Als je een boek over Andy Warhol bekijkt, staan daar altijd piemels in. Daar maakte de man nu eenmaal afbeeldingen van. Als je een boek over Rubens ziet, staan daar ook tieten in. Daar is niks aan te doen. Er was wel een land waar het boek eerst ook zou uitkomen - China, denk ik - dat zich daardoor uiteindelijk heeft teruggetrokken. In Amerika verschijnt het bij de chique uitgever Abrams. Ik ben benieuwd of ze het boek daar echt gelezen hebben. (lacht)

 

 

Typex

Amsterdammer, né Raymond Koot, in 1962.

Illustrator Illustrator voor onder andere muziekblad Oor, Vrij Nederland en andere Nederlandse media.

Zijn eerste stripboeken waren virtuoze parodieën, zoals de voetbalstrip De nieuwe avonturen van Kick Wilstra. In het driedelige Chorizo, dat allerlei korte strips bundelde, maakte hij Fiep Westendorps klassieke kinderlievelingen Jip en Janneke een flink stuk geiler.

Brak als stripauteur internationaal door met zijn eerste lange strip Rembrandt (2013), waarvoor hij de Willy Vandersteenprijs voor beste Nederlandstalige strip kreeg.

Werkte vijf jaar aan Typex's Andy, een biografie van kunstenaar Andy Warhol.