Belgische Dominique Goblet voor het eerst genomineerd op stripfestival Angoulême
Aan deze zijde van de taalgrens is ze een nobele onbekende; in de Franse
nieuwe strip is ze al jaren een naam. Haar langverwachte, autobiografische
Faire semblant, c'est mentir is onlangs verschenen bij l'Association, de
uitgeverij die ook Marjane Satrapi lanceerde.
Goblets werk staat mijlenver van de klassieke strip maar leest als een trein. En
deze bookmaker zegt dat ze een goeie kans maakt als zaterdag op het jaarlijkse
mekka van de Europese strip, het festival van Angoulême, de prijzen uitgedeeld
worden.
Twaalf jaar heeft het uiteindelijk geduurd voor Faire semblant verscheen,
dat vorige maand in Genève al bekroond werd met de Grand Prix. Het
materiaal was er - de getroebleerde relatie met haar vader, haar moeizame eerste
stappen in een nieuwe relatie - maar je eigen leven vertellen gaat niet vanzelf.
"Het heeft onder meer zo lang geduurd omdat ik er niet aan kon werken in de
periodes dat ik contact onderhield met mijn ouders", aldus Goblet (°1967). Haar
vader stierf in 1998, haar moeder leeft nog. "Mijn relatie met haar is
behoorlijk turbulent, maar ook zeer hecht. Een breuk met haar heeft vijf, zes
jaar geduurd, maar toen ze er opnieuw was, kwam dit project op de achtergrond."
In het eerste hoofdstuk gaat Goblet met haar dochtertje op bezoek bij haar
vader, die ze vier jaar niet meer gezien heeft, tenzij dan die ene keer toen ze
hem op straat kruiste, maar hij haar in zijn alcoholroes nog niet eens herkende.
Het wederzien ontspoort wanneer dochter Nikita grootvaders nieuwe vriendin
Cécile een tekening laat zien van een vriendinnetje met lange haren, maar daarop
straal ontkent dat die lang haar heeft. Doen alsof, een spelletje van kleine
kinderen, maar Cécile schreeuwt het uit: "Faire semblant, c'est mentir, c'est
mentir!"
Het gesprek met haar vader wil evenmin vlotten, en het hele bezoek neemt
uiteindelijk een hallucinante wending aan: Cécile wil dat Goblet vertrekt, maar
dat kleuter Nikita blijft. "Dat bezoek, bijna twaalf jaar geleden nu, was een
goede gelegenheid om te beginnen aan wat ik allang wilde doen, vertellen over
mijn familiale moeilijkheden. Die verwarring over hoe je de werkelijkheid
waarneemt - toen Cécile naar de tekening vroeg, zag Nikita in haar hoofd haar
echte vriendinnetje - is een wederkerend thema in het boek. Ik teken
bijvoorbeeld ook mijn vriend, maar eigenlijk is dat niet meer dan een
personage."
Goblets vader vertelde haar ooit dat hij als klein kind op vakantie aan zee een
geest door zich voelde varen. Een paginagrote schim van een vorige liefde waart
ook door de pagina's over haar nieuwe relatie. Haar vriend worstelt daar nog
altijd mee, maar wil het niet gezegd hebben. Minder letterlijk, maar opnieuw:
faire semblant, c'est mentir.
Dat haar moeder haar als straf aan haar armen op zolder vastbond, is echt
gebeurd. "Ik herinner me niet wat daarna gebeurd is, maar ik wilde duidelijk
maken dat zodra de straf gedaan was, als ze me in tranen zag, ze me op andere
gedachten trachtte te brengen, te troosten. Ik weet wel dat we veel samen
speelden, vooral Mens erger je niet. Dat beeld heb ik dan gebruikt. Of het echt
zo gegaan is, weet ik dus niet, maar dat 'trek het je niet aan' heeft zo bijna
iets magisch."
Een afrekening met haar verleden is het dan ook niet. "Mijn moeder kon
ontploffen, maar ze bracht ook heel veel tijd met ons door. Mijn vader heeft
zichzelf niet kunnen redden, maar heeft wel veel mensen uit het vuur gesleurd."
Ondanks de wrange kanten van het verhaal zijn Goblets personages hoegenaamd geen
cartooneske, afgelijnde figuren geworden. "Ik wilde iets brengen dat je niet zo
vaak in strips vindt. Personages hebben vaak één duidelijke karaktertrek,
vriendelijk, moedig of slecht. Maar alle mensen hebben een stuk empathie en
geweld in zich."
Het verhaal blijft zeer leesbaar, maar grafisch is het geen alledaagse strip.
Haast symbolisch breekt het verhaal in de laatste pagina's zelfs uit de
stripplaatjes. Haar vriend stopt daarin met te doen alsof. Alleen zijn
telefonisch gesprek met Goblet blijft over, terwijl de tekeningen verdwijnen in
grote, vale kleurvlakken. De slotdialoog luidt: "Ik heb verschrikkelijk veel zin
om je te zien!" "Wanneer?" "Nu." Hoop, maar dan niet in al te optimistische,
zonovergoten tinten. "Het beige, het bruin van die vlakken is de achterkant van
Brusselse huizen. De Belgische lucht is grijs, maar zonder wolken. Door die
kleuren zonder kleur te gebruiken is het een open einde. Vrij ja, maar of het
echt positief is? Het ademt een beetje een Belgische dynamiek. Fantastisch land,
open op alles, maar ook altijd die ambiguïteit, altijd tegelijk een beetje ja en
nee."
Faire semblant, c'est mentir is voorlopig alleen verschenen in het Frans
(bij l'Association), maar Goblet hoopt dat er ook een Nederlandse en Engelse
editie komt. Meer werk van Goblet op
www.lagoblette.be
Door Kris Jacobs
© 2008 Uitgeverij De Morgen n.v.