Geschreven door : David Steenhuyse - Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

Asterix - 36: De papyrus van Caesar

Asterix - 36: De papyrus van Caesar

Zegge het voort

De afgelopen maanden was er om de zoveel tijd wel een marketinggestuurde update over de nieuwe Asterix. Een drietal prentjes, wow, de voorstelling van een paar nevenpersonages, goh, een korte inhoud, aha, de cover... we zijn er klaar voor. En deze tweede worp van het duo Didier Conrad en Jean-Yves Ferri blaast hun eerste poging om Asterix de eenentwintgste eeuw binnen te loodsen al meteen weg.

Achteraf gezien hing Asterix bij de Picten met haken en ogen aan elkaar om toch maar geijkte Asterix-formules met elkaar te rijmen: de obligate reis naar een volk of land waar Asterix en de zijnen nog geen contact mee hadden, clichés en vooroordelen ter plaatse met een nutteloze passage van het monster van Loch Ness, de klik die ontbrak met de nevenpersonages,... Het dwingende feit dat ze per se op reis moesten gaan, knalde wellicht de vrijheid weg waar Ferri nu meer van lijkt te genieten en die hij ten volle uitspeelt. Daar tegenover stond het sterk overtuigende tekenwerk van Conrad, die zich de stijl van Albert Uderzo in een hoog tempo eigen moest maken, en enkele geslaagde grappen van Ferri. Er was hoop voor beterschap.

De met mondjesmaat verstrekte info over een verloren papyrus van Julius Caesar, die uiteindelijk tot zijn neergeschreven commentaren over de Gallische oorlogen hoorden, deden ons al vermoeden dat dit wel eens over communicatie met knipoogjes naar social media zou kunnen gaan. En effectief, zonder ook maar even de anachronistische toer op te gaan (van het flauwste soort humor dat er is), gniffel je bij een fluitje dat twiet doet en waarbij blauwe vogeltjes opvliegen, of het verschil tussen communicatie en overlevering bij de Romeinen (schrift) en de Galliërs (mond tot mond), de rol van de (sensatie)pers, imagovorming, en verder nog informatiepiraterij (jup, de piraten zijn ook weer van de partij), horoscopen, informatielekken en -onderschepping,... We durven te stellen dat mocht René Goscinny nog geleefd hebben, hij dit verhaal ook geschreven kon hebben als hij bij de pinken bleef.

Maar bovenal blijven we nog het meest lachen met de klassieke ingrediënten. Obelix die razend wordt omdat iemand hem dik noemt en psychlogische logica die hem als vanouds ontgaat, het gekissebis tussen Heroïx en Bellefleur oftewel de eeuwige strijd man versus vrouw, de Romeinen die in paniek schieten als de Galliërs toch in een sterkere positie staan dan verwacht ("de noodprocedure?"). De opbouw is getrouw aan d'oude Asterixjes. De personages acteren als weleer. Alleen al een Romein uit een boom zien vallen, werkte bij ons op de lachspiertjes. We kunnen de nieuwe auteurs in dit album op geen enkel vermeldenswaardig zwak moment betrappen... Behalve die eenhoorns misschien, die waren nergens voor nodig. Ook het post scriptum, bijna een hommage aan Uderzo en Goscinny, dat perfect aansluit met het verhaal, konden wij ten zeerste smaken. Alleen vreemd van de vertaler om Albert Uderzo's koosnaampje Bébert te veranderen naar Gébert.

Conrad lijkt zich nog meer in zijn schik te voelen als tekenaar van een van de beroemdste stripseries aller tijden. De koudwatervrees is verdampt. Zijn eersteling viel in goede aarde waardoor hij zich nu minder te bewijzen had. Hij eigent zich echt de stijl van Uderzo toe zonder die slaafs te volgen — heeft Obelix nu overigens minder strepen op zijn broek? De vrouwelijke personages wijken nog het meest af van Uderzo's voorbeelden zonder aan aantrekkingskracht in te boeten. Er staan tevens redelijk wat grotere prenten in waarin veel is te zien. Je ontdekt samen met de personages een in een imposant grote eik gevestigde woning van een druïde, Panoramix' leermeester, of een haast episch gevecht tussen de Galliërs en de Romeinen.

Er valt kortom heel wat te beleven in De payrus van Caesar. Dat we dat nog mogen meemaken! De reeks is nog lang niet afgeschreven... wel integendeel! Men zegge het voort...