Geschreven door : Gert Meesters - Categorieën : In de pers

3 vragen aan Wide Vercnocke

3 vragen aan Wide Vercnocke

1. Hoe anders is het om na je sprookjesachtige vorige verhalen een boek te maken over het collaboratieverleden van je grootvader?
Wide Vercnocke: Mijn vrouw zegt dat ik eindelijk een verhaal heb gemaakt dat ze begrijpt. Het is veel rechtlijniger dan de vorige. Ik vond dat ik vanwege de ernst van het thema de dingen duidelijk moest benoemen. Zo kon ik proberen om ze te bezweren. Veel families in Vlaanderen hebben ergens wel een collaboratieverleden en dat kan tot op vandaag zijn schaduw werpen. Ik wilde weten hoe ik zelf tegenover het verleden van mijn grootvader Ferdinand stond. Tegelijk wilde ik niet te veel focussen op de geschiedkundige feiten. Mijn nicht heeft over mijn grootvader een masterscriptie geschreven. Zij heeft het dus op een wetenschappelijke manier aangepakt, maar mijn werk leent zich niet voor een accurate weergave van de historische werkelijkheid.

2. Was het ook een moeilijker boek om te maken?
Vercnocke: Ja, want deze keer ging het niet alleen over mij, maar over een moeilijke familiegeschiedenis die ik me niet zomaar durfde toe te eigenen. Ik heb een goede band met mijn vader, maar in dit boek zet ik hem nog meer met de billen bloot dan in Narwal, waarin ik hem letterlijk naakt heb getekend. Ik heb zijn verhaal in zekere zin tot het mijne gemaakt. Daarbij komt nog dat over die verschrikkelijke oorlog al zo veel geschreven is. Ik vroeg me af of ik het recht had om er iets aan toe te voegen. Ik voelde zelfs schroom om een swastikavlag te tekenen, terwijl je die toch in elke Hollywoodfilm over die periode ziet.

3. Waarom teken je altijd mensen die hun haar kammen of andere gewone dingen doen?
Vercnocke: Dat heeft te maken met de manier waarop mijn verhalen tot stand komen. Ik ga alleen op reis als mijn vrouw aandringt. Ik ben dus een huiselijk persoon en ik vind dat er veel rust uitgaat van routine. Die stimuleert ook de fantasie. Tijdens het kammen kunnen de wildste gedachten ontstaan. Ik vind dagelijkse handelingen ook visueel interessant, omdat ze de kwetsbaarheid van mensen tonen, de schoonheid in het kleine. Als je een oude persoon in een zetel ziet zitten, is het toch ontroerend om je voor te stellen dat hij of zij daar elke dag in zit? Routines scheppen daarnaast een safe space, een comfortzone die ik graag nog uitvergroot in mijn werk. Dat geeft de lezer tijd om na te denken of vrij te associëren. Ik zou nog veel redenen kunnen bedenken, maar het komt er waarschijnlijk simpelweg op neer dat dit nu eenmaal mijn manier van vertellen is.