Joseph Gillain, alias Jijé, wordt geboren op 13 januari 1914 in Gedinne en bezoekt al op heel jonge leeftijd de school Saint-Joseph van Maredsous, op advies van de Dinantse beeldhouwer Alex Daoust, om daar een driejarige artistieke opleiding te ...
Joseph Gillain, alias Jijé, wordt geboren op 13 januari 1914 in Gedinne en bezoekt al op heel jonge leeftijd de school Saint-Joseph van Maredsous, op advies van de Dinantse beeldhouwer Alex Daoust, om daar een driejarige artistieke opleiding te volgen, alvorens hij zich op zijn zeventiende inschrijft voor de avondcursus op de Université du Travail in Charleroi, waar de schilder Léo van Houten hem leert tekenen zonder op het papier te kijken. Vervolgens bezoekt hij de avondcursussen aan de kunstacademie van Brussel en overdag de kunstnijverheidsschool. Daarna vervult hij zijn militaire dienstplicht in de Luikse kazerne Fonck.
Zijn eerste pogingen op stripgebied publiceert hij in confessionele bladen: La Semaine du Croise ("Jojo", 1935-1939, een personage en een tekenstijl die nog onder invloed staan van Hergé) en Petits Belges ("Blondie en Blinkie", drie episoden van 1939 tot 1942). Tussen 1937 en 1943 maakt hij talrijke omslagen en houtgravures voor Les Cahiers Wallons, waaraan zijn vader Eugène Gillain, dialectisch dichter en abonnee-administrateur, ook meewerkt.
Hij stelt zijn creatieve geest vervolgens in dienst van uitgeverij Dupuis. Na het illustreren van een feuilleton in Le Moustique, maakt hij achtereenvolgens voor Spirou: "Freddy Fred en het geheim van de hindoesleutel" (1939), "Trinet et Trinette dans l'Himalaya" (1939-1941), een eerste overbruggingsperiode van de avonturen van "Spirou et Spip" eind 1940, tot de schepper Robert Velter, alias Rob-Vel, is hersteld van een oorlogswond, "Don Bosco" (zijn eerste getekende biografie, in 1941-1942), gevolgd door zijn monumentale "Christoffel Columbus" (1942-1945).
In 1914 waagt hij zich, op scenario van Jean Doisy, aan realistische fictie met "Jan Kordaat, detective", die veel indruk maakt op de lezers van die tijd. Jijé was een uitkomst voor de uitgevers, want hij voltooide tijdens de Bezettingsjaren Amerikaanse series waarvan de vervolgstroken het continent niet bereikten ("Superman", "Red Ryder") en neemt vanaf de zomer van 1943 de avonturen van "Robbedoes" over. Op advies van Jean Doisy geeft hij hem een dwaze metgezel, Kwabbernoot, om de voorbeeldige held een komische tegenhanger te bezorgen. Hij hanteert nu met evenveel verve en talent zowel de realistische als de humoristische stijl van het beeldverhaal.
Terwijl hij al de artistieke opleiding verzorgt van de jonge Willy Maltaite, de latere Will, wordt hij na de Bevrijding adviseur van de gebroeders Dupuis en katalysator van een team nieuwe, talentvolle tekenaars: André Franquin, Maurice De Bevere, alias Morris, Eddy Paape en Victor Hubinon. Deze kunstenaars van uiteenlopende herkomst, uiteindelijk nog aangevuld met Pierre Culliford, alias Peyo, en Jean Roba, zullen de "school van Marcinelle" vormen, naar de vestigingsplaats van de uitgevers en als tegenhanger van de "Brusselse School" van Hergé en zijn discipelen van het blad Kuifje. Tegenover de soberheid en het realisme van de laatste kenmerkt de school van Marcinelle zich door een sterk individuele stijl, soepele lijnvoering, en meer ruimte voor humor en fantasie.
De jaren 1946-1952 smeden Gillain die nu meestal tekent met Jijé, ontleend aan zijn initialen Morris, Franquin en Will aaneen. "De bende van vier" resideert eerst in het huis van Jijé, in Waterloo. De meester verdeelt zijn helden: "Robbedoes en Kwabbernoot" gaat in 1946 naar Franquin, Eddy Paape neemt het vervolg van Jan Kordaat op zich, tot aan 1955, en Victor Hubinon tekent zelfs een episode van "Blondie en Blinkie" in 1947.
De kunstenaar stort zich dan op een kolossale biografie van Jezus Christus in gewassen tekeningen ("Emmanuel", 1947) en daarna op een tweede versie van zijn "Don Bosco" (1949) na een documentatiereis naar Italië. Met Franquin en Morris vestigt zijn gezin zich drie jaar in Mexico en de VS. Daar tekent hij het grootste deel van zijn biografie van Baden Powell.
Bij terugkeer verdiept hij zijn humoristische stijl met nieuwe episoden van "Blondie en Blinkie" (vijf delen tussen 1951 en 1955), illustreert een publicatie in afleveringen van "De Graaf van Monte Christo" in Le Moustique (1951-1952), illustreert met gewassen tekeningen voor Les Bonnes Soirées een geestig stukje van Flora Sabeiran ("El Senserenico", 1952), alvorens hij de eerste grote realistische Europese western op poten zet: "Jerry Spring" (eenentwintig albums tussen 1954 en 1977).
Dit compacte werk, van een wonderbaarlijke grafische rijkdom en met sterk humanistische inslag, beïnvloedt heel wat jonge artiesten: Jean Giraud alias Gir, Derib, Hermann, etc. Hoewel schrijver én tekenaar, doet Jijé soms een beroep op scenaristen als Maurice Rosy, René Goscinny, Jean Acquaviva, Daniel Dubois, Jacques Lob en vooral zijn zoon Philippe, alias Philip.
Onze nomade vindt een vaste plek na de aankoop, in 1955, van een oude vervallen oranjerie in Champrosay Draveil, een voorstad van Parijs. Twaalf jaar lang levert hij talloze bijdragen aan Robbedoes: hij neemt "Jan Kordaat" weer ter hand (negen verhalen tussen 1956 en 1965, de laatste drie samen met zijn vriend Guy Mouminoux), het vervolg van de verhalen van "Jerry Spring", twee Afrikaanse avonturen van "Dokter Gladstone" (met de steun van tekenaar Herbert en scenarist Charles Jadoul), de biografie van Charles de Foucauld (1959) en "Witte Helm" in Le Moustique (1954), en "Bernadette" in Line (1958).
Hij neemt twee series van Jean-Michel Charlier over: "Tanguy en Laverdure" - 1967 (dertien albums tussen 1967 en 1979) en "Roodbaard" - 1979 (drie episoden). We zien hem ook in Bonux Boy, Total Journal, Le Journal de Johnny, Télé 7 Jours, La Voix du Nord ("Le Commissaire Major", 1971-1973), etc. Vanaf 1974 neemt hij de cyclus van "Jerry Spring" weer op in Robbedoes en maakt nog drie laatste avonturen alvorens hij op 19 juni 1980 in Versailles overlijdt.
In de marge van dit indrukwekkende oeuvre (meer dan zeventig verhalen in veertig jaar), wijdt de "vader van het Belgische beeldverhaal" zich in zijn vrije tijd aan schilderen en beeldhouwen en komt hij tot praktische en verrassende uitvindingen die echter geen toepassing vonden. "Tout Jijé", de integrale chronologische uitgave van zijn werk bij Dupuis, is nog steeds niet afgerond.
Een one shot over de charismatische Italiaanse priester die zijn leven wijdde aan de opleiding van kansarme kinderen Don Bosco is een bijzonder album. Het was de eerste bestseller van Dupuis en verscheen tijdens de Duitse bezetting in het magazine Robbedoes. Het heeft een hele generatie lezers gevormd. In dit album toonde Jijé voor het eerst zijn realistische tekentalent op meesterlijke wijze. Maar het is vooral het boek dat het leven van Don...
Dat stripmaker Jijé zijn strip Jerry Spring heel graag schreef en tekende blijkt wel uit het hoge tempo waarmee hij vanaf het begin (in 1954 in het weekblad Robbedoes) zijn verhalen afleverde. Jijé, de man die de leermeester is geweest van Franquin, Morris, Will, Giraud en Mézières, was van mening dat de inkleuringen van de pagina’s afbreuk deden aan het resultaat en wist te bereiken dat Dupuis na een aantal albums in kleuren in 1974/1975 vier...
Nieuwe, spannende avonturen van Erik, Baba, Driepoot en Roodbaard in de onheilspellende jungle van Yucatán! Opnieuw met uitgebreid dossier. Deze bundel bevat de volgende delen:De vermisten van ‘De zwarte valk’ Het vervloekte goud van Huacapac De stad van de doodRoodbaard is dé klassieker onder de piratenstrips! Dit deel bevat drie verhalen die samen het vervolg vormen van het lange avontuur dat begon met Het eiland van de...
De verzamelde avonturen van Jan Kordaat zijn met dit vijfde deel gevorderd tot de jaren zestig. In de jaren ’59-’65 besteedt Jijé veel tijd aan Jan Kordaat en maakt vijf lange verhalen, waarbij collega Guy Mouminoux hem soms assisteert. Neptunus’ geheim, Afspraak aan de Yukon, De terugkeer van Jan Kordaat, De grote rush en Duel der Idolen volgen elkaar in hoog tempo op, tot het in de loop van 1965 ineens afgelopen is, als Jijé het tekenwerk...
Dat stripmaker Jijé zijn strip Jerry Spring heel graag schreef en tekende blijkt wel uit het hoge tempo waarmee hij vanaf het begin (in 1954 in het weekblad Robbedoes) zijn verhalen afleverde. Jijé, de man die de leermeester is geweest van Franquin, Morris, Will, Giraud en Mézières, was van mening dat de inkleuringen van de pagina’s afbreuk deden aan het resultaat en wist te bereiken dat Dupuis na een aantal albums in kleuren in 1974/1975 vier...
In dit vierde deel van de verzamelde avonturen van Jan Kordaat maken we mee hoe de grote meester Jijé het roer van deze mythische reeks weer overneemt, tien jaar nadat hij het tekenwerk had toevertrouwd aan Eddy Paape. Jijé voegt direct de bijfiguur Gerrit toe, een veel brutaler type dan de een stuk jongere en nogal padvinderachtige Jefke, en geeft de strip ook qua uiterlijk een veel moderner aanzien. De zwarte zon, De zaak Barnes, Het boze...
Voor de reeks Tanguy en Laverdure schreef auteur Jean-Michel Charlier bijna steeds verhalen die zich uitstrekten over meerdere albums, omdat hij dan zijn plots beter kon uitdiepen. De drie verhalen van albumlengte in deze bundeling zijn ook zo’n doorlopend verhaal. Na hun avonturen in het Arabische koninkrijk Sarrakat, waarbij ze keer op keer buiten hun boekje zijn gegaan, zijn Tanguy en Laverdure niet te handhaven in het Franse leger. Het...
Voor de reeks Tanguy en Laverdure schreef auteur Jean-Michel Charlier bijna steeds verhalen die zich uitstrekten over meerdere albums, omdat hij dan zijn plots beter kon uitdiepen. De drie verhalen van albumlengte in deze bundeling zijn ook zo’n doorlopend verhaal. Na hun avonturen in het Arabische koninkrijk Sarrakat, waarbij ze keer op keer buiten hun boekje zijn gegaan, zijn Tanguy en Laverdure niet te handhaven in het Franse leger. Het...
Voor de reeks Tanguy en Laverdure schreef auteur Jean-Michel Charlier graag verhalen die zich uitstrekten over twee albums. Dat stelde hem in staat dieper in te gaan op de personages en intriges waar zijn helden mee te maken kregen. De twee verhalen van albumlengte die de kern van dit boek vormen, zijn ook zo’n dubbelverhaal. We keren daarin terug naar het Arabische koninkrijk Sarrakat, dat we al hebben leren kennen in "De complete Tanguy en...
Voor de reeks Tanguy en Laverdure schreef auteur Jean-Michel Charlier graag verhalen die zich uitstrekten over twee albums. Dat stelde hem in staat dieper in te gaan op de personages en intriges waar zijn helden mee te maken kregen. De twee verhalen van albumlengte die de kern van dit boek vormen, zijn ook zo’n dubbelverhaal. We keren daarin terug naar het Arabische koninkrijk Sarrakat, dat we al hebben leren kennen in "De complete Tanguy en...
Voor de reeks Tanguy en Laverdure schreef auteur Jean-Michel Charlier graag verhalen die zich uitstrekten over twee albums. Dat stelde hem in staat dieper in te gaan op de personages en intriges waar zijn helden mee te maken kregen. De twee verhalen van albumlengte die de kern van dit boek vormen, zijn ook zo’n dubbelverhaal, dat zich grotendeels afspeelt in Frankrijk, waar een ongekend wrede en machtige afperser de Franse staat terroriseert...
Voor de reeks Tanguy en Laverdure schreef auteur Jean-Michel Charlier graag verhalen die zich uitstrekten over twee albums. Dat stelde hem in staat dieper in te gaan op de personages en intriges waar zijn helden mee te maken kregen. De twee verhalen van albumlengte die de kern van dit boek vormen, zijn ook zo’n dubbelverhaal, dat zich grotendeels afspeelt in Frankrijk, waar een ongekend wrede en machtige afperser de Franse staat terroriseert...
De wereldzeeën aan het begin van de 18e eeuw... Een vrijplaats, waar Europese zeemachten elkaar bevechten om hun handelsroutes te beschermen en woeste vrijbuiters hun slag slaan waar ze maar kunnen! Beleef de avonturen van de roemruchte zeeschuimer Roodbaard en zijn adoptiezoon Erik, die terechtkomt in een wereld vol avontuur en wapengekletter! Roodbaard is dé klassieker onder de piratenstrips! Dit deel bevat drie verhalen die samen het...
Als Jerry Spring in 1954 voor het eerst in Robbedoes wordt gepubliceerd, neemt de strip de plaats in van Red Ryder, de laatste uit Amerika aangekochte strip die het blad op dat moment nog publiceert. Jijé grijpt zijn kans om de ideeën die hij tijdens zijn verblijf in Mexico en het zuiden van de Verenigde Staten heeft opgedaan in zijn strips te verwerken en zal met Jerry Spring een trend zetten die later door tekenaars als Giraud en vele...
Voor de reeks Tanguy en Laverdure schreef auteur Jean-Michel Charlier graag verhalen die zich uitstrekten over twee albums. Dat stelde hem in staat dieper in te gaan op de personages en intriges waar zijn helden mee te maken kregen. De twee verhalen van albumlengte die de kern van dit boek vormen, zijn ook zo’n dubbelverhaal, dat zich grotendeels afspeelt in het fictieve in het Midden-Oosten gelegen land Sarrakat, waar de politieke situatie...
Voor de reeks Tanguy en Laverdure schreef auteur Jean-Michel Charlier graag verhalen die zich uitstrekten over twee albums. Dat stelde hem in staat dieper in te gaan op de personages en intriges waar zijn helden mee te maken kregen. De twee verhalen van albumlengte die de kern van dit boek vormen, zijn ook zo’n dubbelverhaal, dat zich grotendeels afspeelt in het fictieve in het Midden-Oosten gelegen land Sarrakat, waar de politieke situatie...
Als Jerry Spring in 1954 voor het eerst in Robbedoes wordt gepubliceerd, neemt de strip de plaats in van Red Ryder, de laatste uit Amerika aangekochte strip die het blad op dat moment nog publiceert. Jijé grijpt zijn kans om de ideeën die hij tijdens zijn verblijf in Mexico en het zuiden van de Verenigde Staten heeft opgedaan in zijn strips te verwerken en zal met Jerry Spring een trend zetten die later door tekenaars als Giraud en vele...
De twee verhalen van albumlengte die het voornaamste deel van dit boek vormen, zijn in feite twee delen van één lang verhaal over de atoomproeven die Frankrijk vanaf het begin van de zestiger jaren op het eiland Mururoa deed. Omdat deze proeven buiten Frankrijk zeer omstreden waren, zijn de verhalen na hun eerste Nederlandstalige publicatie in PEP lange tijd niet in album uitgebracht. Vanuit het heden terugkijkend op deze verhalen, is...
De twee verhalen van albumlengte die het voornaamste deel van dit boek vormen, zijn in feite twee delen van één lang verhaal over de atoomproeven die Frankrijk vanaf het begin van de zestiger jaren op het eiland Mururoa deed. Omdat deze proeven buiten Frankrijk zeer omstreden waren, zijn de verhalen na hun eerste Nederlandstalige publicatie in PEP lange tijd niet in album uitgebracht. Vanuit het heden terugkijkend op deze verhalen, is...
De wereldzeeën aan het begin van de 18e eeuw... Een vrijplaats, waar Europese zeemachten elkaar bevechten om hun handelsroutes te beschermen en woeste vrijbuiters hun slag slaan waar ze maar kunnen! Beleef de avonturen van de roemruchte zeeschuimer Roodbaard en zijn adoptiezoon Erik, die terechtkomt in een wereld vol avontuur en wapengekletter!Deze bundel bevat de volgende delen: Het hellevuur (sluit aan op De helleschuit uit...
In de loop van 1966 neemt Joseph Gillain, alias Jijé, het tekenwerk van Tanguy en Laverdure over van Albert Uderzo, die door het succes van Asterix overladen is met werk. Jijé, bekend van Jan Kordaat, Jerry Spring en diverse andere reeksen, laat in deze verhalen zien dat hij een van de beste realistische tekenaars van de twintigste eeuw is, terwijl scenarist Jean-Michel Charlier de topkwaliteit levert die we van hem gewoon zijn.In dit...
In de loop van 1966 neemt Joseph Gillain, alias Jijé, het tekenwerk van Tanguy en Laverdure over van Albert Uderzo, die door het succes van Asterix overladen is met werk. Jijé, bekend van Jan Kordaat, Jerry Spring en diverse andere reeksen, laat in deze verhalen zien dat hij een van de beste realistische tekenaars van de twintigste eeuw is, terwijl scenarist Jean-Michel Charlier de topkwaliteit levert die we van hem gewoon zijn.In dit...
De albums Jan Kordaat, speurder en Jan Kordaat II nu voor het eerst in één band in een luxe, geheel gerestaureerde uitgave met vele extra’s.Jan Kordaat, de legendarische creatie van Jean Doisy (scenario) en Jijé (tekeningen), verscheen voor het eerst in 1941 in het blad Robbedoes. In het België van de Duitse bezetting belichaamde Jan Kordaat het ideaal van morele rechtschapenheid, en zijn befaamde handdruk, stevig en hartelijk, werd...
Uitgeverij Dupuis presenteert in een beperkte oplage van 2.500 exemplaren de pagina’s die tekenaar en scenarist Jijé voor het weekblad Robbedoes maakte van 1944 tot 1945. Zo zal - na het facsimile met platen van Franquin - nu ook een prachtig luxealbum beschikbaar zijn met verhalen van Robbedoes en Kwabbernoot door Jijé, die de figuren overnam van Robert Velter en ze later doorgaf aan Franquin. Na de oorlog, als het stripweekblad Robbedoes...