Parijs, mei 1940. Sam en Eddie zijn broers. Twee broers met een hechte band voor elkaar. Twee broers die elk op eigen wijze met volharding de duistere jaren van de bezetting trotseren. Sam, de oudste, is een pistier, een wielrenner op de piste, één van de beste van zijn generatie. Hij wordt op handen gedragen door het publiek van de Vélodrome d’Hiver in Parijs.

Eddie, de jongste, lijdt aan hemipligie, een hersenbeschadiging die zijn linkerarm en -been aantast. Hij is journalist, en lid van het Verzet, waar hij een antinazi-manifest ondertekent: De Eekhoorn. Serge Ancelin, hun vader, is er in deze tijden van bezetting van overtuigd dat hij beter Hitler kan dienen dan het Verzet. Hij verzorgt Duitse soldaten, en spendeert nachten in de kroeg met Duitse officieren.

Op 16 juli 1942, vanaf vier uur het ‘s ochtends, vindt een drama aan Vel’ d’Hiv plaats: meer dan 13.000 Joden worden, na razzia’s door de Franse politie, onder onmenselijke omstandigheden samengedreven in Vel’ d’Hiv...

Historische context:
Het Vélodrome d’Hiver was een wielerstadion in Parijs dat gebruikt werd voor sportwedstrijden aan het begin van de jaren ´30 tot begin Tweede Wereldoorlog. Het complex deed op 16 en 17 juli 1942 dienst als verzamelpunt voor Parijse Joden die tijdens een grootschalige razzia opgepakt werden, en die vanuit daar gedeporteerd werden naar de concentratiekampen. In het velodroom zaten meer dan 10.000 Joden, onder barre omstandigheden, zonder voedsel, water, of wc´s, met slechts enkele artsen om hen te verzorgen. De organisatie van het deporteren van de Joden in het stadion werd actief georganiseerd door de Franse hulpkrachten van de nazi´s.

Het afsluitende deel van de wielertrilogie van Christian Lax, na De Teenloze Adelaar en Vinkenbrood.