Om te voorkomen dat de geest-demon die achter de Muur is ingemetseld vrijkomt, dient de betovering die de Muur in stand houdt te worden hersteld. Om dit te bewerkstelligen wordt de Meute van de Griffioen, die in vroeger tijden de machtigste vijanden de baas was, opnieuw bijeengebracht. De overlevende leden van de Meute, onder wie Vrouwe Vlinder, Grauwdans en Scheurtand, beginnen aan een queeste met als doel hun wereld voor een gruwelijk lot te behoeden.

So-Ku, de meester-bedrieger van de Tempel, weet hoe de betovering van de Muur kan worden hersteld. Maar hij heeft zo zijn eigen problemen. Heer Voï-Gu, de Heer van de Drie Steden en beschermheer van de Tempel, en zijn twee oudste zonen, zijn onder duistere omstandigheden overleden. Voï-Futju, de jongste afstammeling van Heer Voï-Gu, is de rechtmatige erfgenaam, maar er zijn nog andere, duistere gegadigden voor de troon. De meester-bedrieger stelt de Meute van de Griffioen een ruil voor: "Bescherm Voï-Futju tot aan de troonsbestijging. Daarna vertel ik jullie hoe de betovering van de Muur kan worden hersteld ..."