Geschreven door : Flo Van Dijck - Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

Nino - Integraal - Het Amerikaanse avontuur

Nino - Integraal - Het Amerikaanse avontuur

Eerbetoon in alle opzichten

Toeval bestaat niet. Halfweg 1989 belt Hec Leemans, die op dat moment Bakelandt maakt, naar Jean-Pol met de vraag of hij iemand kent die een katje wil. Jean-Pol verwijst hem door naar Dirk Stallaert die helpt met de decors en het inkten van Kramikske. Wanneer Hec Leemans de kitten bij Stallaert afgeeft, vraagt hij of "de man met het gigantische talent" zin heeft om een strip op zijn scenario te tekenen. Stallaert zegt meteen ja, maar het wordt een zware klus. Zo moet hij onder meer een andere tekenstijl aanleren, want voor beide heren, grote bewonderaars van het werk van Hergé, ligt die vast. Het zal de klare lijn zijn, niks anders. Dat klinkt tamelijk klassiek en dat is deze reeks ook, maar in de positieve betekenis van het woord. Tekeningen en scenario stralen degelijkheid en vakmanschap uit. Het is niet origineel of nieuw, maar het blijft toch fris en echt.

Nino is een weesjongen die slecht behandeld wordt en op een dag beslist te vluchten. Hij reist als verstekeling aan boord van de Normandie naar Amerika en raakt onderweg bevriend met de steenrijke Claudia del Ponte Vecchio. Als Nino in Amerika aankomt, biedt de Schotse taxichauffeur Mac Cab hem onderdak. Maar al snel krijgt hij het aan de stok met Ennio Macaroni, een maffioso en wordt hij met racisme en fascisme geconfronteerd. Het zijn de jaren 1930 en ja, dan is er ook nog Hollywood natuurlijk...

Niet bijster inventief, maar Leemans en Stallaert gebruiken gekende standards als bouwstenen voor een kwaliteitsproduct. Hun Nino ademt klasse.

De reeks start in september 1990 in het weekblad Kuifje. Een halfjaar na de voorpublicatie ligt het eerste album in de winkels en de reacties zijn enthousiast met enkele belangrijke stripprijzen en verschillende vertalingen als kers op de taart. Beide auteurs zijn streng voor mekaar en voor zichzelf. Stallaert wil alles uitbeelden zoals het hoort, maar heeft niet de tijd om te schrappen in de grote hoeveelheid details die in z'n platen sluipt. Zo tekent hij in deel twee alle raampjes in de wolkenkrabbers en werkt naar het voorbeeld van Edgar P. Jacobs met spiegels om elke plooi in de kleren van z'n personages perfect te krijgen. Het gaat steeds moeizamer en Stallaert beweert constant boven z'n kunnen te moeten presteren. Daarbij is hij met verschillende zaken tegelijk bezig. Vooral de dagbladstrip Nero eist hem op, maar hij is fideel en wil de samenwerking met Marc Sleen niet stopzetten. Aan het derde album werkt Stallaert ruim drie jaar en dat is te lang voor Le Lombard die Nino uitgeeft. Niettegenstaande een oplage waar velen van dromen, wordt de stekker uit de reeks getrokken.

Heel wat uitgeverijen zijn specialist geworden in vuurwerk afsteken. Ze lanceren iets, maar weten niet hoe ze het ding in een baan om de aarde moeten houden. Dus lanceren ze alras een volgende fusee, kwestie van in het nieuws te blijven. Ook het uitbrengen van hommages, classics en integralen is vuurpijlen afschieten. Veel oooh en aaah en wachten op de volgende. Toch mogen we blij zijn met deze bundeling die in alle opzichten een eerbetoon is.

Matsuoka verzamelt de drie Nino-strips in een prachtige band en David Steenhuyse voegt er een zeer degelijk en rijkelijk gedocumenteerd dossier aan toe. Daarin lezen we hoe beide auteurs worstelen met hun talent, veeleisendheid en loyauteit. Ook ontdekken we waarom het vervolg tot vandaag in de schuif blijft liggen. Dirk Stallaert haakte af en het succes van F.C. De Kampioenen maakt het voor Hec Leemans lastig om aan iets anders te werken. Mocht een uitgever bereid zijn om een mooie som op tafel te leggen, dan misschien, verzucht hij. Je mag niet verwachten dat iemand die met dit medium toch al aardig z'n kost verdiend heeft, door jeugdige onstuimigheid gedreven blijft.

Nino is ontegensprekelijk het schitterende product van de gedrevenheid en het talent van twee van onze belangrijkste stripauteurs. Jammer genoeg is het ook het bewijs dat het mis gaat als talent gaat zitten rekenen en cijferen. Al is het wel begrijpelijk.