Geschreven door : Flo Van Dijck - Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

Jommeke - 291: Pampa en de blauwe duif

Jommeke - 291: Pampa en de blauwe duif

Zegen

Dat dooddoeners en gemeenplaatsen gefundenes Fressen voor een criticus zijn, is een dooddoener. Toch kan niet ontkend worden dat over Vlaamse stripreeksen opvallend vaak gezegd wordt dat ze "te Vlaams" zijn om internationaal door te breken. Blijkbaar is typisch Amerikaans, Japans, Canadees of Iraans zijn voor een strip veel minder een probleem. Niettegenstaande hun oer-Vlaamse karakter lijken de avonturen van Jommeke toch de weg naar China te vinden. Als test werden vijfentwintig albums vertaald en binnen enkele maanden raakten daar een half miljoen exemplaren van verkocht. Wat is het geheim?

Jommeke zette z'n eerste stappen in 1955 en terwijl andere oudjes zich in wanhopige bochten wringen om eigentijds te ogen, is het strooien dakske in al die jaren nauwelijks veranderd. Aanvankelijk was hij kleiner, dikker en stouter, maar eens de gags ontgroeid, lagen z'n fysiek en karakter voor de toekomst vast. Kinderen Baas was Jef Nys' favoriete album en dat zegt iets. Deze auteur wist uitzonderlijk goed de leefwereld van kinderen en hun lollige logica te benutten en te bespelen. Nys is er niet meer, maar daar heeft zijn geesteskind niet onder geleden. Dat is curieus. Het is voor medewerkers of opvolgers minder lastig om zich een tekenstijl eigen te maken dan om de geest van de reeks te bewaren. Het is de reden waarom de ene doorstart of spin-off wel een succes wordt en de andere niet. Alleen daarom al kan de prestatie van Gerd Van Loock en Philippe Delzenne onmogelijk overschat worden. Dat alle hoofd- en nevenpersonages in hun vingers zitten, is wat onmiddellijk opvalt wanneer je hun albums doorbladert. Maar pas als je ze echt leest, merk je hoezeer ze ook het bedenken van de verhaaltjes in de trant van hun leermeester onder de knie hebben.

Dat wij zo'n album als volwassenen benaderen, verklaart mee waarom we de oude vaak beter vinden. Die lazen we toen we er de leeftijd voor hadden. En ook het uitgangspunt van Pampa en de Blauwe Duif is geen spek voor de bek van de meeste grote mensen. Elodie en Odilon keren terug uit Peru met foto's die ze in het dorpje San Baretto maakten. De lokale bevolking draagt er kleurrijke hoofddeksels waarin een lief diertje leeft en natuurlijk willen Jommeke en co. ook zoiets. Ze gaan aan de slag met wat ze op zolder vinden en daarna volgt de zoektocht naar een leuk beest dat op hun hoofd wil wonen. De duif die in de hoed van Filiberke belandt, komt van ver en is erg kostbaar. Bandieten willen de vogel roven en dat kunnen onze vrienden niet laten gebeuren...

Philippe Delzenne is een zegen voor Jommeke. Krenterige kortzichtigheid en hebberige enghartigheid zijn gevaarlijke klippen in het vaarwater van wie in stripland met een erfenis aan de slag moet. Maar Delzenne heeft Jef Nys persoonlijk gekend en waakt beter dan wie ook over diens nalatenschap.

Het denkbeeld rond te lopen met een reuzenhoed met een lief konijntje of een tetterende parkiet in, had van Nys zelf kunnen komen en spreekt kinderen aan. Dit is het kloppende hart van de reeks: het moet nooit écht kunnen als het maar aanlokkelijk en plezierig is. Ook voor de makers. Want ja, Delzenne leeft zich uit zoals zijn lezertjes doen. Hij haalt Kwak en Boemel, professor Gobelijn, boer Snor, Mic Mac Jampudding en Arabella van stal om dit avontuur vaart en afwisseling te geven. Pampa en de Blauwe Duif is een doldwaze rollercoaster op maat van de doelgroep gesneden. Delzenne voelt goed aan voor wie hij Jommeke maakt, ook dat is een kunst.

Jommeke mag dan oer-Vlaams zijn, kinderlijke fantasie kent geen grenzen. Hoewel er ongeveer anderhalf miljard Chinezen zijn en twintigduizend verkochte exemplaren per titel dus veeleer peanuts lijken, werden de superlatieven in de persberichten niet gespaard. De vertalingen heten een succes, iedereen gelooft erin, de dollartekens schitteren in de ogen van uitgever en erven en als Jommeke China verovert, is dat in elk geval niet onverdiend. Het zou netjes zijn als Delzenne en Van Loock mee langs de kassa mochten passeren. Zij en niemand anders houden de boedel in ere.