Geschreven door : Jacky Cornelis - Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

De Rode Ridder - 251: De gevangene

De Rode Ridder - 251: De gevangene

In zak en as

Allis zit gevangen in de burcht van heer Malfrat. Zijn eed aan Merlijn getrouw zet Johan alles op alles om de uitverkorene te bevrijden. Hierbij wordt zijn geduld op de proef gesteld. De bevrijdingspoging mislukt en Johan krijgt de keuze om zich aan de zijde van Malfrat te scharen, of de dood van Allis op zijn geweten te hebben. Hij verkiest het eerste... Bloed kruipt echter waar het niet gaan kan. Al snel kan Johan het onrecht dat de schurkenbende van Malfrat aanricht niet meer zien en hij keert zich tegen het kwade. In zijn burcht trachten Malfrat en zijn magiër Branhucar inmiddels het geheim van Allis te ontraadselen. Waarom is zij de uitverkorene, wat is zij juist, en hoe kunnen ze de vloek die op Malfrat rust ongedaan maken?

Dit tweede album van Fabio Bono en Marc Legendre bouwt gezwind verder op het elan van de gevangene. Blits tekenwerk, een sfeervolle, duistere inkleuring,... En we krijgen een Rode Ridder met als het ware PTSD (Post-traumatisch stresssyndroom, ook gekend als shellshock) te zien. Het cynisme van Johan is met momenten heerlijk en geeft het verhaal iets vernieuwends. In ons geheugen staat nog de afscheidsscène gebrand tussen Johan en Galaxa in het album De toverspiegel. Het is toch wel sinds dat album geleden dat we een Rode Ridder zagen die in zak en as zat en getekend werd door het leven. Een pluim voor Marc Legendre en het bewijs dat je een beproefd universum toch origineel kan blijven gebruiken.

Zijn we dan tevreden? Ja, op zich wel. Graag hadden we nog iets flitsender taalgebruik gezien. Uitspraken als "te droes" stroken niet altijd met het modernisme in de tekeningen. De moderne indeling (naar Vlaamse stripnormen) van de pagina's en het toch wel beperkte aantal pagina's maken dat het verhaal snel uit is. De nieuwe De Rode Ridder doet denken aan een moderne comicreeks. Op zich positief, maar dan zouden de delen sneller op elkaar mogen volgen. We kunnen nu wel vermoeden dat wanneer het negende deel van de cyclus afgewerkt is, we een mooi geheel kunnen aanschouwen dat eens na elkaar gelezen smaakt naar meer.