Geschreven door : Peter D'Herdt - Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

De complete Beverpatroelje - 1: Zes bevers op avontuur

De complete Beverpatroelje - 1: Zes bevers op avontuur

Een wolkje nostalgie

In het Frans had men al langer de gewoonte om gouden oudjes vergezeld van een stevig dossier weer de markt op te sturen en nu moeten ze ook in Vlaanderen en Nederland langer werken. Na Roodbaard, Ravian en Laureline, Bernard Prince en Comanche is het nu immers de beurt aan De Beverpatroelje om een integraal scoutshemdje te worden aangemeten en met de nodige discipline, dedication en friendship op ons te worden afgevuurd.

De Beverpatroelje was een scoutsroedel die oorspronkelijk uit zes leden bestond en sinds halfweg de jaren 1950 een dertigtal avonturen beleefde in het weekblad Robbedoes. Na twee afleveringen werden ze herleid tot vijf omdat nummer zes, Konijn, een euhm... dom konijn was. Het overblijvende kwintet had vrij klassieke karakters die je toen in haast elke film, tv- of stripreeks aantrof: een leider (Veulen), een intellectueel (Valk), een benjamin (Vlieg), een stoutmoedige (Kat) en een grootbakkes die voor de komische noot zorgde (Tapir). Ook de avonturen die door de vijf werden beleefd, zijn behoorlijk klassiek, zoals ook duidelijk blijkt in het drietal dat als eerste door Arboris in een bundel wordt gegoten: twee ontvoeringen voorafgegaan door een schattenjacht, twee keer op drie doorweven met de slechte die molgewijs bij de goede infiltreren. Vandaag zorgt dat ervoor dat je vaak de plot na een vijftal pagina's al helemaal zelf kan verzinnen.

Er is echter iets magisch aan deze strips en de tovenaar van dienst is de weergaloze verteller die Jean-Michel Charlier heet. Wat Eddy Merckx voor de koers was, is hij immers voor het schrijven van realistische stripverhalen. En net zoals in het wielrennen kan je prestaties van nu niet vergelijken met die van toen, maar weet je dat die man met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ook op de huidige stripwereld zijn onmiskenbare stempel zou hebben gedrukt. Hij slaagt er ook in om een verhaal te vertellen dat enkel ouderwets aandoet omdat de context ouderwets is. Nu zou er voortdurend met smartphones worden gegoocheld (en gegoogeld) en zouden onze helden na twee afleveringen al failliet zijn door de berg aan uitgeschreven GAS-boetes. Maar de dialogen en de teneur van de actie zouden krek hetzelfde zijn als je ze transponeert naar deze tijd. Tekenaar Michel Tacq, in het begin nog wat aarzelend houterig maar vanaf album 2 helemaal op dreef, tekent in een zeer toegankelijke stijl die als gegoten past bij wat verteld wordt.

De verpakking wordt verzorgd door Arboris, die zich stoutmoedig tegelijkertijd op drie integrale avonturen stort (Tanguy en Laverdure, Baard en Kale en De Beverpatroelje). Goed gekeken naar Sherpa, denken we, want ook een wat zwaarder papier, gelijkaardige kleurkeuze voor de kaften en degelijk (hoewel niet altijd consequent) (her)vertaalwerk. Geslaagd met onderscheiding. Ook voor het pretentieloze en meeslepende dossier door Gilles Ratier zou Baden Powell himself spontaan een indianendans inzetten.

Samen sterk is deze integrale van De Beverpatroelje een oude, maar geen oubollige wijn in mooie nieuwe zakken geworden. Een bijzondere en verrassende port die je met een heerlijk nostalgische afdronk meevoert naar een lang vervlogen, maar niet vergeten jeugd.