Geschreven door : Wouter Porteman - Categorieën : Reviews De Stripspeciaalzaak

Alleen in Berlijn

Alleen in Berlijn

Ode aan de vrouw

April 1945. Berlijn ligt in puin. Hitler verschuilt zich in zijn immense bunker. De schaarse troepen die nog niet gedeserteerd zijn, vechten voor wat ze waard zijn. Burgers verbergen zich in de schuilkelders, angstig wachtend tot de Russen de stad binnenstormen. Men zegt dat ze gevangenen en ouderen afslachten. Dat ze kinderen eten. Maar toch is er hoop. Hoop dat ze zullen waarderen wat Duitsland ondanks de Joden de voorbije twaalf jaar heeft gerealiseerd. Je weet wel, de industriële revolutie, de snelwegen,... Ingrid Schneider, medewerkster van het Duitse Rode Kruis en vriendin van een SS'er, hoopt mee. Niets wordt nog wat het was, gelukkig kent ze wat Russisch. Een paar dagen later vallen Stalins troepen Berlijn binnen. De overwinning is totaal. De propagandamachine draait overuren. De juiste Rus moet de overwinningsvlag dragen voor de foto die de geschiedenisboekjes zullen sieren. En Hitler moet terechtstaan. Maar dan loopt het gerucht dat de Führer zelfmoord heeft gepleegd. Alleen is zijn lijk spoorloos. Op zoek naar zijn lijk ondervraagt de piepjonge tolk Evgeniya Levinski talloze getuigen. Ze doorspluist ook Goebbels' dagboeken. Haar geloof en hoop in een groot en sterk Rusland is onwrikbaar. Ingrid gaat het minder goed af. Ze wordt uitgeleend aan verschillende Russische officieren en kruist zo het leven van Evgeniya. Twee werelden komen samen, doordrongen van hun eigen propaganda en waarheden.

Alleen in Berlijn is geen oorlogsstrip. Het bekende verhaal over Hitlers laatste uren is ten hoogste de aanleiding voor auteur Nicolas Juncker om twee waargebeurde verhalen samen te brengen. Dit is een strip over opportunisme, overleven, vrouw zijn en hoop. Duizenden sprankeltjes hoop die steevast doodgemept worden. Nergens kiest de Fransman partij of moraliseert hij. Hij brengt twee opinies, twee vrouwen, winnaars en verliezers samen, en laat hen het zelf uitzoeken. De rit is ongemakkelijk. Mensen, het zijn bizarre harde wezens. Ruwe bolsters met zachte pit.

Alleen in Berlijn is een ode aan het grijs. Hoe zwart-wit de mensen ook zijn, alles wordt uiteindelijk grijs. Grijs van meningen. Grijs van ellende. Grijs van troosteloosheid. Kleur ontbreekt dan ook nagenoeg in deze graphic novel. De schaarse toetsen van Russisch rood verscherpen de tekeningen alleen maar. Net zoals in Pascal Croci's Auschwitz zien Junckers hoekige personages eruit als wandelende skeletten. Alleen zijn het nu geen Joden, maar tot untermenschen gedegradeerde Duitsers. Ze zijn niets meer. Enkel hun lege zeehondenogen groeien exponentieel bij elk sprankeltje hoop. Het contrast met de triomfantelijke Russen kan niet groter zijn. Ondanks die uitgesproken, expressieve grafiek vermijdt Juncker extra sensatie. Zijn personages zoeken noodgedwongen hun weg in alle fysieke en mentale ellende. En dat sommigen er zelfs uitraken, is al enorm straf.

Het enige wat ons tegenhoudt om deze graphic novel als een vijfsterrenalbum te kunnen beschouwen, is dat Juncker ondanks alle inspanningen om van grijsheid de norm te maken, de mannen van Mars laat komen en de vrouwen van Venus. Dit is te simpel. Alle mannen zijn er klootzakken en de meeste vrouwen zijn de enige lichtpuntjes in onze beschaving. Niettemin levert Juncker met Alleen in Berlijn een dijk van een strip af.

Alleen in Berlijn is geen oorlogsstrip. Soldaten leven voor de dood, terwijl dit een keihard verhaal over leven en overleven is. Dit is een ode aan de vrouw die je na tweehonderd pagina's met een harde stomp in je maag achterlaat. Hier ben je niet goed van.